< Dag 9 | ||
Dag 10 - Dinsdag 26 maart | Gezellig in Oyasuminashi-tei | |
Shukubo van Konchiji in Tokushima-shi - ¥ 6850 tatamikamer met diner en ontbijt Tempels: 13 Dainichiji 大日寺, 14 Jōrakuji 常楽寺, 15 Kokubunji 国分寺, 16 Kan-onji 観音寺 Afstand: 18,5 km / 3 km lift van Kou-eki naar Kuramoto-eki |
||
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow. | ||
Ik ben vroeg wakker en maak een ochtendwandeling langs de balustrade van de shukubo en omhoog achter de tempel. Daar heb ik een mooi uitzicht op de zonsopgang boven de heuvels en op Konchiji in het roze ochtendlicht. Wat is het hier heerlijk rustig, ik voel me echt bevoorrecht dat ik op zo'n bijzondere plek mocht slapen. Ik luister naar de vogels en als ik weer naar beneden loop hoor en zie ik de monnik, Kume-san, de bel luiden voor de dienst van 6.30. Samen met Hirano-san en Sakai-san woon ik de dienst bij. Kume-san reciteert veel mantra's en ik lees alles zo goed en zo kwaad mee. De Hart Soetra lukt aardig. Kume-san reciteert mooi, hij drumt op de taiko en blaast op een grote schelp, een geheimzinnnig, onaards geluid. Daarna vertelt hij een lang verhaal. Ik versta er niet veel van, alleen dat het over een vader, een moeder met pijn in haar rug en hun zoon gaat. Hirano-san vertaalt het na de dienst in grote lijnen voor me: Het ging over een wonder in een gezin met veel pech. De zaak van vader ging failliet, moeder kreeg een ernstig ongeluk en hun voorouderlijk graf werd wonderbaarlijk verplaatst. En op het eind verscheen de geest van een meisje in de kamer van de zoon. Een is oude legende, maar wat nu de clou was? Hiraso-san snapt er zelf ook niet veel van... We gaan na de dienst met Kume-san mee naar de nōkyōsho voor onze stempels en om onze logies af te rekenen. Het stempelboek heeft extra lege bladzijden voor tempels die niet tot de 88 behoren. Ik krijg, naast de osugata, ook een kleurenfoto van de heersende godheid van deze tempel: Zaōgongen, een Fudō Myōō, één van de 5 Wijze Koningen. We ontbijten met Kume-san. De 3 mannen willen van alles over Nederland weten, of het waar is dat we onder de zeespiegel liggen. Ik vertel hoe het echt zit. Dat we polders en rivieren hebben en dat er veel dijken zijn gebouwd tegen de overstromingen. Ik beschrijf de Afsluitdijk en de Stormvloedkering. Blij toe dat ik het meeste in het Engels kan vertellen, omdat Hirano-san tolkt. Dit soort verhalen kan ik echt niet in het Japans doen. |
Zonsopgang boven Konchiji In de hal van de shukubo |
|
Kume-san luidt de bel |
Ochtenddienst in de Hondō |
Ingang shukubo |
Na het ontbijt gaat we onze rugzak pakken. Ik loop nog wat rond in de tempel en maak een paar foto's, o.a. van een beeld waarvan ik denk dat het Zaōgongen voorstelt. Pas om 8.45 ga ik alleen op pad richting tempel 13, Dainichiji. Ik schat dat het ongeveer 8 km is. Hirano-san en Sakai-san zijn al eerder vertrokken. Vanavond zie ik Hirano-san weer in de ryokan in Tokushima. Het is zonnig, maar nog wel fris. Ik vond het lastig om het juiste pad naar beneden te vinden, er staan geen henro-bordjes bij de 3 weggetjes die hier vandaan naar beneden gaan. Ik neem het bospad dat volgens mij zuidwaarts door het Kamiyama Forest Park gaat. Als dit pad een asfaltweggetje kruist, komt er net een auto aan met een paar vrouwen erin. Ze stoppen voor me en terwijl ik in mijn beste Japans groet en de weg vraag naar Dainichiji, drukt de bestuurster me ¥1000 in mijn hand: osettai. En ze zegt: Gewoon rechtdoor naar de weg waar dit weggetje op uit komt. Ki wo tsukete! Om 9.30 ben ik daar en rust er even uit op een hekje, mijn knieën doen al pijn van het dalen. |
||
Fudō Myōō Zaōgongen
|
Tanuki staan ook in tempels |
Geen henrobordjes te vinden |
Volgens de kaart moet hier naar links, ik zie nog steeds geen bordjes. Na een paar 100 meter ga ik toch weer terug, want als ik naar de zon kijk, die natuurlijk in het oosten staat, moet ik toch de andere kant op. De weg kronkelt met een paar flinke bochten verder naar beneden en ik kom uit op een grotere weg bij een brug. Hè, ik dacht dat ik naar weg 207 liep? Maar dit is weg 21! Er komt net weer een auto aan, het meisje achter het stuur zegt dat ik niet de brug over moet, maar rechts aan moet houden. Blijkt dat ik al bijna in het dorp Nyūta ben aan de Akai-gawa rivier. Ben ik vanaf Konchiji naar het noorden gelopen i.p.v. naar het zuiden. Geen wonder dat ik niets snapte van de kaart. Ik heb altijd moeite om me in de bergen te oriënteren, vooral als het pad vol bochten zit. Ik voel me even erg dom, ik kan niet eens de kaart lezen. Ik moet lachen om mezelf en zeg tegen kongozue, die ik Kūkai noem: 'Wat een muts ben ik toch'. Wel fijn dat ik dit gedwaal alleen mezelf kan verwijten. Geen gebakkelei met een ander. | ||
Geen bordjes. Welke kant op? |
Naar links? Nee terug... |
|
In het vervolg beter opletten, verdwalen is zo gemakkelijk, dat blijkt wel. En zo loop ik langs weg 21 het dorp in, waar ik om 10.45 uur bij het postkantoor ¥30.000 pin en enveloppen met postzegels koop. Bij een automaat scoor ik mijn eerste café au lait van deze dag. Deze blikjes koffie met melk zijn gezoet en het is geen décafé, maar ik krijg er geen hartklopingen van en ga er niet van trillen. Ik vind het inmiddels best lekker en het geeft me steeds net dat beetje kick om verder te gaan. Even verderop staat Oyasuminasai-tei, een mooie nieuw henro rusthut. Binnen op tafel staat koffie en heet water voor thee klaar in grote thermoskannen en een schaal mikan. Ze zorgen hier goed voor de henro-san. Ik zit er maar eventjes alleen, al gauw komen er 2 henro-san aan, eentje is een aardige vent die al voor de 7de keer de henro loopt. Hij ziet er dan ook ascetisch uit, als een monnik, met een kaalgeschoren hoofd. Hij vraagt of ik al een slaapplek heb voor vandaag. Dat heb ik, maar nog niet voor morgenavond. Hij raadt me aan om ook daarvoor al ergens te reserveren. Want het is nu druk, er zijn veel groepen vanwege de voorjaarsvakantie. Hij belt voor me naar Tatsueji en reserveert een kamer met diner en ontbijt in de shukubo. Tatsueji, tempel 19, is een belangrijke tempel heb ik gelezen, een spirituele controlepost. Vroeger mocht een pelgrim daar niet verder als hij gezondigd had. Fijn dat dit weer geregeld is, zonder hulp zou ik best wel eens ergens te laat kunnen zijn voor een slaapplaats. |
||
Henro rusthut Oyasuminasai-tei |
Blaren-henro en 7e keer Ohenro-san |
Met de leidster van de groep |
Even later komt er inderdaad een groep henro-san aan met een leidster, ze passen niet allemaal in de hut. Ernaast is een picknickplaats, waar ze gaan zitten eten en drinken. De leidster komt wel binnen met een paar henro-san. Ze is erg verrast mij te zien en ze maakt direct een foto van me. Doko desu ka. Aruki henro desu ka. Hitori desu ka. Sugoi! (Waar komt u vandaan. Bent u een wandelende henro? Loopt u alleen? Geweldig!) En we gaan natuurlijk samen op de foto. Een paar henro-san hebben problemen met hun voeten en hun leidster zit klaar met de verbanddoos. Ik help een man met zijn hiel af te plakken met compeed, hij heeft een grote blaar. Deze groep blijkt niet alles te lopen, ze gaan ook met bus of trein. De leidster bepaalt welke stukken ze lopen. Het zijn ook lang niet allemaal getrainde lopers, de meeste lopen op sneakers, sommige gloednieuw zo te zien. Ik blijf er meer dan een uur zitten en eet mijn onigiri lunch. |
Picknicken |
Dainichiji |
Balsha uit Servië-Montenegro |
Om 12.30 loop ik door naar Dainichiji samen met een andere henro-san uit de groep, die erg moeilijk loopt vanwege zijn pijnlijke blaren. Hij is blij dat-ie er is en straks door mag met de bus. De wandeling vanaf Konchiji was maar 7 km volgens mijn stappenteller.
Bij de temizuya, wasplaats, staat een gaijin, buitenlander, de tweede die ik tegenkom sinds ik de henro loop. Het is een jongeman uit Servië-Montenegro. Hij heet Balsha en is correspondent voor UK Magazine. Hij gaat een boek schrijven over boeddhisme en trekt daarvoor in een half jaar vanaf India via Nepal, Birma en China naar Japan. Hij kampeert zoveel mogelijk onderweg en draagt daarom een rugzak van 18 kg! Hij is nu dan ook erg moe en moet eerst een poosje bijkomen. We wisselen naambriefjes uit met mailadressen.
Dainichiji is een mooie kleine tempel. Ik voer er mijn rituelen uit, reciteer 2 keer de Hart Soetra en ga daarna een een kijkje nemen in Ichinomiya, een jinja, shintoschrijn, aan de overkant van de straat. Daar staan 2 mooie beelden van paarden. Dit shintoheiligdom schijnt erg bekend te zijn en wordt door de monniken van Dainichiji onderhouden. |
||
Ichinomiya, een jinja |
Jizō Bosatsu langs de weg |
|
Even voorbij Dainichiji gaat het henropad linksaf. Via een rustige straat door een buitenwijk van Tokushima loop ik door naar de volgende 3 tempels. Het is maar 2,5 km naar Jōrakuji, waar ik om 14 uur aankom. In deze tempel zouden diabetici genezen als ze thee drinken van de blaadjes van de taxusboom die naast de Hondō staat. |
||
De rotsbodem van Jōrakuji |
In de nōkyōsho van Jōrakuji |
|
Na nog geen km ben ik bij tempel 15, Kokubunji. Dit is een provinciale tempel van prefectuur Tokushima. In elk van de andere 3 prefecturen staat ook een tempel die Kokubunji heet. Koku betekent land en bun betekent deel, segment. Hier lees ik weer 2 keer de Hart Soetra.Ik raak aan de praat met 2 henro-san, Toshi-san en Fukaya-san. Ze willen ook van alles van mij weten. Even later komt Balsha er ook weer aan. We maken foto's van elkaar. Om 15.15 loop ik samen met Toshi-san door richting Kan-onji, maar hij loopt zo snel dat ik hem moet laten gaan. Terwijl ik hem de snelweg zie oversteken, realiseer ik me ineens dat ik de stempel ben vergeten te halen in Kokubunji. Dat is de tweede keer al. Ik laat me teveel afleiden door al die gesprekken en fotoshoots met andere henro-san. Dus weer rechtsomkeert. En dat is vrij lastig, want als je tegengesteld loopt zijn er geen bordjes om je de weg te wijzen. Ik raak al gauw de kluts kwijt in de straatjes rondom de tempel, was het nou links of rechts? Ik vraag de weg aan paar vrouwen die op straat staan te kletsen en kom vervolgens 2 keer bij ze langs, hahaha! Ik sta na half uur pas weer in Kokubunji en haal mijn stempel. Nu nog 2 km naar tempel 16... | ||
De beltoren van Kokubunji |
Snelle Toshi-san |
Met Balsha en Fukaya-san |
Om 16.15 ben ik in Kan-onji en ik doe daar alles op mijn gemak. Tempel 17, Idoji, ligt 3 km verder en dat haal ik nu toch niet meer voor 17 uur. Ik loop in plaats daarvan naar station Kō, onderweg koop ik koffie en warme maissoep in blik, erg lekker spul als je wat flauw bent. Ik kom langs een groot plein met een tempel, waar jongetjes aan het voetballen zijn. Er staan ook groepjes mannen te praten en ze kijken allemaal nieuwsgierig naar me als ik langsloop en ze groet. Een man komt naar me toe en zegt dat ik verkeerd ben: Dit is geen henro-tempel hoor! U moet die kant op en hij wijst richting Kan-onji. Ik zeg dat ik naar het station wil en niet verdwaald ben, maar toch hartelijk bedankt. Dit zal nog veel vaker gebeuren, de meeste mensen zijn erg met je begaan en wijzen je de juiste weg. Twee meisje vegen bij de uitgang de bladeren op een hoop en gaan graag even voor me op de foto, met het V-teken natuurlijk. Bij een buurtwinkeltje koop ik aardbeien, bananen en mochi, maar ze hebben er geen onigiri. Deze winkeltjes worden meestal gerund door oude mensen, vaak hebben ze geen koeling. Onigiri wordt elke dag vers geleverd en moet gekoeld bewaard worden. Bij Lawson, een 24-uurs winkel verderop, zijn ze helaas allemaal uitverkocht. De trein blijkt pas om 17.58 naar Kuramoto te gaan. Ik ga weer lopen, het is bijna 3 km en grotendeels langs de drukke 192. Bij het stoplicht vlak voor die weg krijg ik een lift van twee jonge knullen. Blij toe want ik zie dat laatste stuk niet meer zitten. Ze spreken beetje Engels, maar zijn erg verlegen met zo'n vreemde vrouw ineens achter in de auto, ze giechelen wat en zetten me even later netjes voor station Kuramoto af. Deze kuruma (auto)-osettai was weer erg welkom. Bij kiosk op het station is de onigiri ook op, dus ik koop een beker noedels met vis, daar ben ik dol op. Taishō-rō serveert geen avondeten, alleen ontbijt. |
||
Kan-onji |
Veegmeisjes maken V-teken |
Mijn kamer in Taishō-rō |
Taishō-rō staat in een zijstraat voor het station en de gastheer komt me op de hoek van straat tegemoet. Hirano-san staat me op te wachten in de hal, hij heeft zich zorgen gemaakt: Waar bleef je toch zolang, Eri-san? Tja, ik ben nu eenmaal een langzame henro. En ook weer 2 keer een beetje verdwaald, vertel ik hem. Hij wil een restaurantje gaan zoeken in de buurt en vraagt of ik meega. Maar ik ben veel te moe om er nog uit gaan en verontschuldig me. Ik wil in bad en daarna rustig eten op mijn kamer. Ik krijg een kamer met een apart halletje en uitzicht op de binnentuin. En ik heb een kotatsu met een elektrische deken. Ik lig heerlijk lang in de ofuro en eet daarna aan de verwarmde kotatsu de noedels met als toetje de aardbeien en een banaan. Morgenochtend om 7 uur ontbijt en ik wil de trein van 8.21 naar Kō-eki nemen. Daarvandaan is het nog geen 2 km naar tempel 17. Ik kan mijn rugzak hier zolang laten staan. Er staat hier op de gang een WIFI-kastje van Softbank, een grote provider, maar ik de WIFI niet aan de praat op mijn Iphone. Morgen wil ik in de stad gaan informeren bij een winkel van Softbank. Mijn foto's moeten weer nodig via de fotostream in iCloud opgeslagen worden. De laatste keer was een week geleden in Ekōin. Vandaag weer vroeg naar bed. |
||
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow. | ||
< Dag 9 |