< Dag 26 | ||
Dag 27 Vrijdag 12 april | Twee bruggen te ver! | |
Tsuyado tempel 34 Tanemaji, Kōchi-shi, gratis |
||
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow. | ||
Om 5 uur ben ik al wakker. Ik heb goed geslapen, alleen om half 2 even wakker geweest, mijn maag knorde, dus toen een mochi gegeten.
Het is nog niet helemaal licht. Ik maak wat aantekeningen in mijn routeboekje en in mijn agenda op de Iphone. Als ik het niet regelmatig bijhoud raak ik de tel van de dagen en de tempels kwijt, waar ik sliep, wanneer en met wie ik sprak.
Ik fris me daarna even op in het toiletgebouw op de parkeerplaats en drink een warme café au lait. Mijn ontbijt bestaat verder uit een mochi en een energiereep. Daarna doe ik weer een rondje langs de Hondō en de Daishi-dō. Ik brand kaarsjes en wierook en gooi dit keer 100 yen in elke offerkist, ik heb hier tenslotte gratis overnacht. Meestal gooi ik een 10 yen muntje of een paar 1 yen of 5 yen muntjes in de offerkisten. Ik betaal in elke tempel so wie so ¥ 300 voor de stempel. Ik maak nog een paar foto's, alles staat er hier zo mooi bij in de vroege ochtendzon. Ik pak mijn rugzak weer in en laat het huisje spic en span achter. Het is maar 9,5 km naar tempel 35, Kiyotakiji. Ik schat dat ik er ruim voor 12 uur kan zijn als ik om 7.45 uur vertrek. Dit wordt een heerlijk rustig wandeldagje... De eerste henrosan komt er al weer aan vanaf tempel 33. Hij vertelt dat hij in Kōchi-ya sliep en gisteren over de lange brug liep in plaats van de ferry te nemen. Dat was toch sneller, omdat de pont maar één keer per uur gaat. Tja, je kunt maar haast hebben. Hij haalt me even later al weer in. Ik ben toch echt een yukkuri aruite henro, een langzaam wandelende pelgrim. |
Ochtendzon op rijstveld naast de tempel Tanemaji |
|
Tanemaji
|
Kōbō Daishi |
Jizō voor de overleden kinderen |
De wandeling gaat weer over smalle wegen langs rijstvelden, kassen en door kleine rustige dorpjes. Om half 9 koop ik in een buurtwinkeltje verse aburage (gefrituurde tofu) en een bak instant udon. Dai suki desu, daar ben ik erg gek op. Ik haal als proef een vitamine energiedrank uit een automaat en maak foto's van mijn favoriete drankjes in de automaat.
Ik kom een oudere henrosan tegen. Hij doet de henro in omgekeerde richting, hij heeft hem al 2 keer met de klok mee gelopen. En ik word ingehaald door een jonge henrosan op de fiets. Rond 9 uur eet ik in een parkje naast een Jinja op een bankje in de zon mijn tweede ontbijt: onigiri en aburage. Ik maak er een praatje met een man die zijn hond uitlaat. Er komen nog twee henrosan voorbij, een man en een vrouw. Ze hebben flink de pas er in en kijken niet op of om. Ohayō! |
||
Door een vlakte met veel rijstvelden |
Toch eens zo'n energiedrankje proberen |
Fiets henrosan |
Ik krijg een mail van Miyori: Gaat alles goed? Ik antwoord haar kort: Daijōbu desu! Alles is OK! Om half 10 loop ik door, ik heb pas 3,5 van de 9,5 km gedaan. En dan merk ik ineens dat ik mijn kongōzue, wandelstok, niet bij me heb. Rechtsomkeert en terug naar het winkeltje, maar daar staat hij niet. Aan de hand van mijn foto's kom ik erachter waar wel: bij de automaten een stukje verderop in een zijstraat. Ik heb daar het vitaminedrankje uit een glazen fles overgedaan in een plastic flesje. Toen Kūkai even neergezet en hem helemaal vergeten. Hij is gevallen en ligt voor de automaat. Gelukkig… Hontō ni gomen yo, Kukai-san, het spijt me echt heel erg! Wel 1,5 km en 20 minuren extra gelopen nu... Ik bel voor de zekerheid met Dolf en zeg dat ik er pas om 13 uur kan zijn. Dat is geen punt, ze wachten dan daarboven bij de tempel op me. | ||
Praatje met hond en zijn baasje |
Passerende henrosan |
Drie van mijn favoriete warme drankjes |
Dus flink de pas er in en even later loop ik op een dijk langs een brede rivier, de Niyodo. Een lange rechte weg met onder aan de dijk boomgaarden, ik denk momo no ki, perzikbomen. Alles is prachtig helder lentegroen. Ik ga de dijk af om achter een hutje in de boomgaard te plassen en loop daarna weer genietend verder. Het doet heel Nederlands aan om over een dijk langs een rivier lopen en toch ook weer zo anders door de bergen erachter. Zouden de Japanners hier dit van Nederlanders geleerd hebben? Meestal bouwen ze toch van die betonnen muren langs rivieren. Zo loop ik een beetje te mijmeren. Ik kijk op de kaart, want ik zie nog steeds de brug niet die ik hier over zou moeten steken. Bij het begin van de dijk heb ik het laatste henro-bordje gezien, daar was de weg een beetje onduidelijk vanwege werkzaamheden met een wegomlegging. | ||
Over de dijk... |
...langs boomgaarden. |
Daar is eindelijk de brug! |
Ik zie nu al een poosje geen bordjes meer. Er is wel een nieuwe snelweg bijgekomen over een hele hoge brug en daar mag ik niet op. Maar verderop zie ik eindelijk een lage brug. Die brug heet Niyodogawa-ōhashi en dat klopt met de kaart. Hij is 0,6 km lang en daarna moet ik een niet zo'n drukke weg rechtsaf slaan. Nog steeds geen henro-pijltjes hier, maar op de brug staat het bord Tosa City en daar moet ik zijn... Voorbij de brug vind ik wel het kleine weggetje langs de rivier. Daar neem ik om 11.10 uur even pauze om een onigiri te eten met mijn voeten in het water naast een grote sluis. Ik moet nog 3,5 km volgens de gids en ook klimmen tot 200 m over bijna een kilometer. Ik neem alvast een pufje van te voren en prik een klein blaartje op kleine teen rechts en tape het in. Om kwart voor 12 loop ik door. Dan heb ik er al 11,4 km op zitten, dat is toch wel vreemd, zoveel heb ik toch niet omgelopen. En ik ben er nog lang niet. |
Niyodo-gawa |
Over de Niyodogawa-ōhashi |
Pootjebaden naast de sluis |
Het gaat ineens veel harder waaien en het wordt kouder, terwijl het wel zonnig blijft. Ik heb mijn zonneklep op en doe daar mijn capuchon van mijn vest overheen zodat de klep niet afwaait. Langs de rivier zie ik nog steeds geen bordjes met henrotekens. Volgens de routegids moet ik links aanhouden in dit plaatsje en dan omhoog. Welke weg ik ook probeer, nergens lijkt het hier op wat er op mijn kaart staat. Alleen dat benzinestation klopt wel. Ik ga de weg vragen, maar niemand weet waar tempel 35 staat. In de verte zie ik al weer een Expressway over een hoge brug, dit klopt echt niet! Ik kom bij een doorgaande weg en bij een kruising vraag ik het aan een vrachtwagenchauffeur. Hij zegt dat ik terug moet, minami e!, naar ‘t zuiden. Als ik terug ben gelopen snap ik er helemaal niets meer van. Nog steeds geen zijweg daar met henrotekens. Waar ben ik? Ik bel het mobiele nummer van Fumika, maar ze neemt niet op. Het is al bijna 1 uur en ik zie nergens borden die wijzen naar tempel 35, Kiyotakiji. Ik probeer een lift te krijgen, maar iedereen rijdt door, mensen kijken me vanuit hun auto verschrikt aan. Ik realiseer me dat ik er vast griezelig uit zie met een hoodie over mijn klep op mijn witte haar. Misschien zien ze me hier in dit bergdorp wel aan voor een slechte kami! Ik doe alles af en een jonge man stopt, hij kent de tempel niet, maar weet wel dat ik nog verder terug moet. Hij wil me geen lift geven, hij heeft haast en rijdt gauw door. Het huilen staat me nu nader dan het lachen, ze zijn hier wantrouwig en kortaf. Ik voel me nu echt heel alleen en verloren... | ||
Nog nietsvermoedend pauze bij de sluis |
Door langs de rivier en geen weg naar links |
En daar is weer een Expressway... |
Uiteindelijk kom ik weer terug bij de brug en bij het stoplicht daar vraag ik nog een keer de weg aan een vrachtwagenchauffeur. Ik moet rechtdoor, dus als ik vanaf de brug zou komen linksaf. Ik snap er echt niets meer van, maar ik loop die kant op en zie een tunnel opdoemen, moet ik daar echt door? Ik heb 18 km gelopen en ben helemaal verdwaald. Voor de tunnel bel ik aan bij een huis en vraag de weg naar tempel 35. Een vriendelijke vrouw legt me uit dat ik te ver ben doorgelopen en de verkeerde brug ben overgestoken. Ik moet helemaal terug naar de eerste brug, die ik gemist heb.
Ik ben inmiddels zo moe en van streek dat ik huilend vraag of ze alsjeblieft een taxi voor me wil bellen. Ze laat me binnen in de hal en gaat bellen. Een oude vrouw in een rolstoel zit me ondertussen bemoedigend toe te knikken.
Als de taxi na vijf minuten komt ben ik wat gekalmeerd. Het is nog een heel eind met tot slot een smalle kronkelende weg omhoog naar de tempel. In de krappe laatste bocht moet de taxi stoppen voor een tegenligger. Ik kijk opzij naar de chauffeur van die auto en ik herken Fumika achter het stuur met Dolf naast haar! ‘Tomatte kudasai, tomodachi desu!’ Stop, dat zijn mijn vrienden! Het is al half 2 en Dolf en Fumika hebben boven meer dan een half uur op me gewacht en toen besloten om naar huis te gaan. Zij keren om en rijden weer omhoog achter de taxi aan. Boven begroeten we elkaar. 'Wat ben ik blij dat ik jullie hier toch nog zie!' |
||
Bij de stoplichten niet rechts maar links |
Ik liep dus in Ino Town |
Eindelijk: tempel 35, Kiyotakiji |
Dolf zegt: ‘Ga eerst je dingen hier maar doen en dank de grote Boeddha. Wij wachten nog wel een half uur.’ Ik voel me heel vreemd door dit alles, twijfel echt aan mijn gezond verstand. Fumika heeft haar mobiel wel bij zich en aan staan. Dat ik haar niet te pakken kreeg was omdat ik hun vaste nummer gebruikte en die namen ze natuurlijk niet op. Ik kom er hierdoor wel achter dat ik eindelijk met mijn iPhone in Japan vaste nummers kan bellen, tot nu toe kon ik alleen mobiele nummers bereiken.
Ik kan de rituelen nauwelijks goed doen, zo onzeker voel ik me door de hele toestand. Ik ben er bibberig van, maar ik dank Kōbō Daishi dat het goed is afgelopen. Dolf wijst me op een gebouwtje voor de Hondō onder het beeld van Yakushi Nyorai. Daar loop ik in het pikkedonker een rondje over 88 traptredes op en neer langs een klein altaartje waar ik wat geld offer en dankzeg. Dat werkt kalmerend. Hierna heb ik de rust om wat beter om me heen te kijken en een paar foto's te maken. Kiyotakiji is een mooie oude tempel en staat op een prachtige plek op deze berg met een wijds uitzicht. |
||
Fumika-san en Dolf-san |
Yakushi Nyorai met de donkere gang |
De Hondō |
Als ik mijn stempel ga halen bij de nōkyōsho bewonder ik daar het uitzicht over het dal met de stad Tosa-shi, de rivieren en de vele bruggen, waarvan ik er dus eentje gemist heb. Onderweg in de auto naar Sakawa komen we erachter dat ik tijdens de wandeling over de dijk de eerste brug straal voorbij liep. Ik ging veel te lang door over die weg, omdat ik me liet afleiden door het landschap rechts daarvan. Ik heb die hele brug gewoon niet gezien, zo liep ik te dromen. Of misschien heb ik een blackout gehad? Ik ben niet 1 maar 2 bruggen te ver gegaan! En dus liep ik helemaal aan de noordkant van de bergen voorbij de Kochi Expressway. Het ziet er daar op de kaart hetzelfde uit als waar ik liep aan de overkant van die brug die ik overstak, die ook nog dezelfde naam heeft. Met een zelfde soort weggetje langs de rivier en dan een afslag Ino Town in. Daar werd het totaal anders natuurlijk. We moeten nu wel om lachen om mijn vergissing en ik heb een hele goede les geleerd. Zodra ik geen henrobordje of -pijl meer zie: Direct rechtsomkeert maken! | ||
De nōkyōsho van Kiyotakiji |
Vanaf hier een mooi uitzicht... |
...over het dal met Tosa-shi |
Tegen 3 uur zijn we in Kamo, waar Dolf en Fumika wonen in een prachtig landhuis met een mooie grote tuin. Ik krijg de tatami-logeerkamer en Fumika geeft me een fraaie kimono met een jasje. Ze gaat al mijn kleren wassen. Daarna lunchen we met bruin brood en kaas (lekker, voor 't eerst in bijna 4 weken!) en maken nader kennis. Ik heb ze in de zomer van 2003 maar twee keer ontmoet toen ze nog in Amsterdam woonden. Ik kocht toen een kimono van Fumika. Vorig jaar vond ik hen terug op de website www.nippon.com. Dolf heeft daarop zijn Sakawa Monogatari gepubliceerd. Dat verhaal gaat over hun verhuizing vanuit Groningen naar Shikoku en over de bouw van hun landhuis hier in Kamo in de vallei van Sakawa.
Ze zijn nu 10 jaar getrouwd. Dolf is 72 en spreekt weinig Japans. Fumika is 57 jaar en komt van Shikoku. Ze heeft 3 zoons, dertigers, uit haar eerste huwelijk, maar nog geen kleinkinderen. Ze spreken altijd Engels met elkaar. Dolf praat veel in het Nederlands met me. Dat vindt hij wel even prettig, denk ik zo. Na het eten ga ik onder de douche. Fumika geeft me een pyama en een warme kruik in bed. Ze geeft me ook pleisters met pijnstiller voor op mijn pijnlijke knie en een soort platte kussentjes die urenlang warmte afgeven, voor koude handen en voeten. Ik word hier echt heerlijk vertroeteld, moet er gewoon weer even van huilen. Ik ben echt bekaf van mijn dwaaltocht en ik doe een flinke dut van 5 tot half 7. Als ik opgestaan ben, neem ik op advies van Dolf nog een keer een heet bad. Hij heeft me horen piepen. ‘Dat is goed voor je luchtwegen!’ zegt hij. |
||
Landhuis in Sakawa
|
De entree |
Mooie grote tuin rondom |
We kijken het nieuws op TV met Engelse vertaling. Het weer blijft voorlopig goed. Daarna een heerlijke maaltijd van Fumika met malse biefstuk van koeien hier uit de buurt en 9 soorten rijst. Ik drink 2 glazen witte wijn en tot 12 uur praten we over van alles. Dolf legt me veel uit over de rijstteelt op Shikoku en hoe de boeren afhankelijk zijn van de JA (Japan Agriculture), die overal een vinger in de pap heeft. Ik mag nog een dag en een nacht blijven en zal morgen in ruil voor hun gastvrijheid Dolf helpen met zijn iMac-problemen. Ik was er al snel achter dat ze WIFI hebben, wat ze zelf niet wisten. Mijn foto's zijn dus al weer in de stream onderweg naar huis. Ik lees op Facebook een bericht van Joost en bel hem. Zondag ga ik door naar tempel 36. We zien wel waar we elkaar kunnen ontmoeten. Het walviskijken zit er toch niet in. Waarschijnlijk zien we elkaar weer bij tempel 37, daar is ook een shukubo. Om 1 uur slik ik een codeïne tablet en kruip onder de wol. Ik hoest veel te veel. Morgen gaan we eerst naar de huisarts van Dolf voor nieuwe luchtwegverwijders, want mijn capsules voor het pufje zijn bijna op. |
||
Een heerlijk diner |
< Kōbō Daishi in miniatuur |
Pokapoka houdt je warm |
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow. Click here for all pictures of this day in a slideshow. | ||
< Dag 26 |