< Dag 18 | ||
Dag 19 Donderdag 4 april | Geen plaats in de 'herberg' | |
Uchizuma-sō, aan het strand bij Mugi-machi - ¥ 6500 tatamikamer met diner en ontbijt Rustdag: Shishikui-onsen en Minshuku Yoshida in Kaiyō-machi, Afstand: 11 km / 7 km Mugi Line van Mugi-eki naar Asakawa-eki, 2 x 6 km lift naar en van Shishikui onsen |
||
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow. | ||
Ik ben weer vroeg wakker: 5.15. Ik whatsapp eerst met Jaap voordat hij gaat slapen en check de fotostream, er zijn weer veel foto's thuis aangekomen. Om
6.30 ontbijt ik samen met Miho-san, zij gaat vandaag weer naar huis, ze komt uit Aira-shi in Kagoshima-ken, een prefectuur in het zuiden van Kyushu. Ze deed in een 1 week een deel van de henro om haar dankbaarheid te betuigen, omdat ze zo gelukkig is met alles: haar werk, haar man, haar kinderen zijn gelukkig getrouwd en ze heeft een kleindochter van 7 maanden. Ze is net als ik oma en ook 61 jaar! Een leuke, spontane vrouw. Bij het afscheid geeft ze me een briefje. Ze heeft 3 haiku voor me geschreven, in hiragana. Wat lief van haar, ze leest ze voor en ik begrijp het maar voor de helft. Ik probeer ze te lezen, maar hier moet ik een keer rustig de tijd voor nemen om te vertalen. Ik bedank haar met een klompje en zij geeft me haar omamori, amulet, van een tempel uit Taiwan, waar ze op vakantie was. Ik krijg haar meishi, visitekaartje en zij krijgt mijn osamefuda met sticker waar mijn mailadres en telnummer op staat. We beloven elkaar te mailen. Ze vertrekt vroeg, ze moet nog een heel eind met de trein vandaag. Sayōnara, Miho-san! Ik blijf nog een poosje zitten met poes Chiko op schoot . Ondertussen zit ojiisan, de grootvader des huizes, gezellig tegenover me te kettingroken, maar ik ruik er niets van. Volgens mij rookt hij nepsigaretten. Ik besluit om een rustdag te nemen en wil eerst wat rondkijken in Mugi, voordat ik verder naar het zuiden ga. We zijn er gisteren zo snel door gereden. Ik kan in Mugi de trein pakken naar Asakawa-eki in Kaiyō. Om 8 uur ga ik weer op pad. Toen ik wakker werd vanmorgen zag ik pas dat weg 55 hier echt vlak langs het huis loopt, over een betonnen viaduct. Dat was me gisteravond niet opgevallen. Ik ga door een tunnel onder de weg door en loop een stukje langs rijstvelden richting Mugi. Oude dame met rollator stopt voor een praatje. Ze heet Shizuko en is 88 jaar. Ze wil graag met me op de foto. |
Ontbijt met Miho-san Poes Chiko op schoot |
|
Ojiisan
|
Uchizuma-sō |
Shizuko-san, 88 jaar |
Na dit omweggetje kom ik toch weer uit op de 55, maar ik kan er ook snel weer af aan de andere kant, het strand op van de baai, waar ik op uitkeek vanaf mijn kamer. Ik maak er een korte wandelinget in de zon en zoek mooie schelpen. Helaas kan ik ze niet meenemen, ik laat ze achter op een boomstam en zet ze op de foto. Ik geniet even van de rust op het strandje met thee en een reep. Het is al warm, ik doe mijn hemd uit, draag nu alleen een T-shirt met mijn oizuru, mijn witte henrohesje. Om 9 uur loop ik door naar Mugi via het oude henropad, een man loopt met me mee. Hij wijst me paar keer de weg naar Lawson en eki, het station. Ook al laat ik hem mijn routekaartje zien van Mugi, hij blijft me de weg wijzen. Japanners snappen niets van onze routekaarten, net zoals wij geen wijs kunnen worden uit hun kaarten. Ze lezen de kaart van rechts naar links en soms 90 graden gedraaid. Ik sla veel proviand in bij Lawson en om 10 uur ga ik eerst genieten van café au lait met een croissantje naast de Lawson. Ik heb al weer 3,7 km gelopen. Blij toe dat ik een stukje met de trein doe vandaag. Mijn kuiten en knieeën doen zeer van al dat klimmen en dalen gisteren! |
||
Het strand bij Uchizama-sō met weg 55 |
Schelpen kan ik helaas niet meenemen |
Op het oude pelgrimspad |
Op postkantoor koop ik postzegels en enveloppen. Ik ga op mijn gemakje zitten aan een schrijftafeltje en schrijf een briefje aan Yvonne en doe de folder van tempel 22, Byōdōji, erbij. Die komt volgende week wel aan. Hierna loop ik een rondje door Mugi, ik neem een kijkje bij de haven, het is er net als in die andere vissersplaatsjes: rustig en ik zie maar 1 man die met zijn netten bezig is. Er liggen wel bootjes in de haven, maar misschien zijn er net zo veel op zee? Of wie weet gaan ze 's nachts pas vissen en liggen de vissers nu te slapen? Al mijmerend loop ik zo met een ommetje naar Mugi-eki, waar ik om 12 uur ben. In de hoofdstraat kom ik de eerste henrosan tegen, hij heet Gamada, we maken kort een praatje en dan hij loopt in een stevig tempo door, ganbatte ne! |
||
Mugi |
In de haven van Mugi |
Gamada-san |
Ik heb mazzel, de trein staat klaar en vertrekt om 12.10.
Binnen 10 min ben ik al bij Asakawa-eki in Kaiyō, ik had maar net tijd om een onigiri te eten in de trein.
Er zitten twee henrosan te lunchen in het wachthuisje naast het perron. Ik ga erbij zitten en we hebben een aardig gesprek. Ze zijn 62 en 74 jaar, die oudste loopt al voor de 5e keer en ze doen in 40 dagen alle 88 tempels + de bangai erbij, dus 110 tempels in totaal! Na foto's en naambriefjes uitwisselen lopen zij door naar Shishikui. Ik blijf zitten en eet twee bekertjes yoghurt en nog een onigiri. Tegen 13 uur ga maar eens wat rond kijken in Kaiyō. Een mooie kleine haven en het is ook hier weer erg rustig. |
||
Henro-san bij Asakawa-eki |
Haven van Kaiyō |
Visjes vangen in de sloot |
Op het henropad door een woonwijk richting Kaifu-eki vraag ik aan een vrouw de weg naar de Sōka Gakkai, waar ik vanavond gratis kan slapen. Het staat langs weg 55, dus ik moet er nu wel aan geloven en een poosje langs die drukke weg lopen. Ik heb het al erg warm zo met de zon op het asfalt en een paar km langs de hoofdweg met bedrijven links en rechts en veel vrachtverkeer vind ik erg vervelend lopen. Verkeersherrie en uitlaatgassen zijn voor mij echt een stressfactor. Blij toe dat ik het tot nu toe heb kunnen vermijden. Als ik bij een Lawson op een kruispunt kom vraag ik daar weer de weg. Blijkt dat ik er al voorbij ben gelopen. Weer stukje terug en om 14.30 sta ik voor een groot, modern wit gebouw: Het is gesloten. Ik bel aan, maar niemand doet open. Ik ga op een bankje naast de deur zitten, doe mijn schoenen uit, leg mijn voeten op de bank en drink een blikje sap uit de altijd aanwezige automaat. Even later komt er een auto aan, een man stapt uit en doet de deur open. Hij is hier de conciërge, het is een aardige, goedlachse man. Ik mag mijn rugzak, schoenen en stok in de hal naast zijn kantoortje stallen. Ik ga even naar het toilet en gluur in wat zaaltjes ernaast. Het ziet er allemaal mooi, schoon en vooral leeg uit hier. Het gebouw is uitgestorven. Gek, ik had verwacht dat er allemaal mensen zouden rondlopen die een cursus volgen of zoiets.
Om half 6 kan ik weer terug komen, zegt de conciërge. Geen punt, want ik heb al besloten dat ik op mijn teenslippers naar de onsen in Shishikui ga. Ik voel me vies en zweterig. OK, arigatō, ja mata! Bedankt en tot straks!
Ik neem alleen mijn witte schoudertas mee met badspullen en verschoning. Station Awa-Kainan is dichtbij en ik wil de trein naar Shishikui nemen, maar die gaat pas over een uur. Ik bedenk me niet lang en ga langs de weg staan met mijn duim omhoog. In no time heb ik een lift en binnen 10 minuten word keurig afgezet voor een sjiek gebouw, waar op de eerste verdieping een grote luxe onsen is. Voor ¥ 800 heb je hier naast het gebruikelijke hete bad ook een sauna, een groot bubbelbad en een koud dompelbad. Heerlijk, ik knap hier helemaal van op. In de sauna raak ik aan de praat met een vrouw uit Tokunoshima, een eilandje boven Okinawa. Ze heet Rieko Matsuda en is 59 jaar. Haar dochter heet ook Eri (zo is mijn naam in het Japans). Ze gaat 20 mei voor 2 weken met haar kinderen naar Europa en ze beginnen in Amsterdam. We geven elkaar onze namen en adressen. Tijdens het aankleden praten we met een andere vrouw en die blijkt vlakbij de Sōka Gakkai te wonen. Dus zij en haar man geven me een lift terug. Ik laat me afzetten bij Lawson en koop daar een portie sushi. Het is inmiddels 17 uur en nog lekker buiten, dus ik ga een zijweggetje achter Sōka Gakkai in en ga daar rustig mijn sushi opeten met café au lait en mochi toe. |
Trap naar de Onsen |
Rieko-san met mijn lift naar Kaiyō |
Weg 55 van Shishikui naar Kaiyō |
Tegen half 6 loop ik terug naar de ingang. De conciërge zit buiten een sigaretje te roken.
Hij laat me binnen en gebaart vervolgens dat ik mijn rugzak moet pakken en dat ik weg moet gaan, hij gaat alles afsluiten. Terwijl ik verwacht dat hij me nu naar een slaapplaats gaat brengen. Als ik zeg dat er gisteravond voor me gebeld is en dat het goed was dat ik hier kon slapen, begint hij een heel verhaal af te steken. Ik begrijp er niet veel van, maar wat ik wel versta is dat gaijin, buitenlandse henro-san én christenen hier niet welkom zijn. Die Sōka Gakkai is dus één grote sof voor henrosan zoals ik! (Volgens Dolf van Graas, die me er later over terugmailt, is het een behoorlijk conservatieve boeddhistische, maar ook politieke organisatie met veel geld. Het is gebaseerd op het Nichiren Boeddhisme en in Japan zijn veel hoge pieten in de regering en rijke zakenlui daarbij aangesloten). Ik pak dus mijn spullen en sta weer buiten. Er komt een andere man aan, hij bewaakt 's nachts hier de boel. De deur gaat weer op slot en de conciërge gaat nu naar huis. Gelukkig is hij wel zo aardig om me, op mijn verzoek, mee te nemen in zijn auto. Hij belt naar een minshuku vlakbij zijn huis. Het is al bijna donker als we daar aankomen, maar ik zie dat dit huis aan het strand staat, ik hoor de zee ruisen. Hij praat even met de okusan, de vrouw des huizes, en legt haar uit dat ik een gestrande pelgrim ben. En zo heb dus even later een mooie kamer in de keurige, schone Minshuku Yoshida bij een aardige okusan. Ik ben niet de enige gast, ik hoor verderop in de gang mensen praten. Een jong stel blijkt, waarvan de man rookt, gelukkig houden ze de deur van hun kamer dicht. Het kost hier 4000 yen, zonder maaltijden. Eten heb ik genoeg bij me, want die Sōka Gakkai zou alleen gratis slapen zijn. Ik ontbijt morgen met onigiri en instant misosoep met noedels, oishii! Ik doe mijn wasje in de wasruimte en maak een kop thee in het gemeenschappelijke keukentje. De heater op mijn kamer zet ik hoger om mijn was te drogen en ik installeer me lekker op de futon met alle kussens en werk mijn dagboek bij. Om 21 uur bel ik met Herve, de Franse henrosan, die mij gisterenmorgen in Hiwasa de 'gratis logies' tip gaf. Herve schrikt natuurlijk als ik hem vertel hoe het ging. Hij zegt dat hij die tip van zijn Japanse vrouw had gekregen, zij had voor hem gebeld naar die organisatie. Hij had er zelf willen gaan slapen, ware het niet dat hij vandaag, samen met snelle Chinese Amalia, 35 km heeft gelopen! Ze zitten nu al in Minshuku Tokumasu, 16 km over de grens tussen Tokushima en Kōchi. Hij put zich uit in excuses, ik stel hem gerust, ik ben OK en zit hier goed. En we houden contact! Tot zover mijn yasumi, rustdag. Ik heb in totaal slechts 11 km gelopen vandaag. En uiteindelijk ben ik maar 4 km voorbij mijn vorige logies terechtgekomen... Ik bel lang met Jaap en Yvonne. Ik moet mijn verhaal wel even kwijt! Erg fijn om ze te horen en om te kunnen praten in mijn eigen taal. Ik ga om 23 uur slapen. |
||
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow. | ||
< Dag 18 |