< Dag 60  
Dag 61 Donderdag 16 mei Veel kikkers op mijn pad
Shirotori Spa, Sanuki-shi - ¥ 7020 tatamikamer met diner en ontbijt
Tempel: 2 Gokurakuji 極楽寺
Afstand: 23 km / 20 km JR Kōtoku Line: Sanuki-Shiratori > Itano-eki, Naruto-shi
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
Het is pas half zes als ik wakker word. Ik haal café au lait beneden in de lobby en installeer me nog even op de futon. Ik begin aan een mail aan Liesbeth en Do, mijn trouwe wandelvriendinnen, die reageren altijd met een lieve mail terug. Het wordt een heel verhandeling over mijn belevenissen en gedachten tijdens het lopen hier.
Ik sta om half zeven op, ik krijg trek. Het ontbijt is pas om zeven uur, maar het meisje in de keuken wil me mijn blad met ontbijt wel eerder geven. Er zijn nog twee mannen zo vroeg, eentje is de henrosan uit Tokyo. Hij gaat vandaag met de Shinkansen terug naar Tokyo. Hij zegt dat je hoeft niet te reserveren voor de Shinkansen en een kaartje kost ongeveer ¥ 10.000. De reis duurt drie uur vanaf Osaka. Goed om te weten, zo ga ik straks ook naar Tokyo.
Het keukenmeisje geeft me een plastic bakje voor de rijst, want die krijg ik nooit op. Ze doet er een pakje gekruide nori, o-hashi, eetstokjes, en servetjes bij. Zo heb ik straks een eenvoudige lunch. In de winkel in de lobby koop ik een zoet broodje, een zakje sugar snaps en een fles vit C citroenlimonade.

Mijn knie is nog steeds stijf en pijnlijk. Vooral bij het traplopen en ik zit op de eerste verdieping. Ze hebben hier een lift, dus daar maak ik dankbaar gebruik van. Ik doe een pleister op mijn knie en neem mijn laatste diclofenac in. Zo vertrek ik gGoed voorbereid om half negen voor mijn laatste lange wandeling op deze tocht. Ik ga richting station Sanuki-Shirotori en neem zoveel mogeljk de rustige groene paden, dus dat wordt wel omlopen. Ik schat dat ik meer dan 20 kilometer te gaan heb.

Café au lait uit de automaat


Mijn vroege ontbijt
Het is bewolkt en er staat bijna geen wind. Het is erg rustig overal, nauwelijks verkeer. Ik hoor alleen af en toe blaffende honden en natuurlijk de vogels. Aan het begin van het eerste stukje groene pad, de Shikoku no michi, staan twee stenen kikkers voor de brug. Dat is leuk, mijn dag begint goed, kikkers maken me altijd blij. Aan het eind van dat pad staan nog eens vier kikkers op elke hoek van een brug! Al zes kikkers gezien. En even later weer twee aan het begin en twee aan het eind van een pad...dat zijn er tien! 🐸


Al snel kom ik langs een grote vijver vol uitgebloeide lotussen. Ik hoor een boomkikker grommen en even daarvoor hoorde kikkers in het rijstveld ernaast kwaken. Ik ga bij de vijver zitten en hoor het plonzen van een paar kikkers die snel onder water verdwijnen. Ik heb ze weer niet gezien! Ik blijf een kwartier stilletjes zitten wachten en speuren, ik wil ze nu wel eens in levende lijve aanschouwen. Twee keer hoor ik nog een plons, maar ik dan kijk net de andere kant op. Die Japanse kikkers zijn wel heel erg voorzichtig en verlegen. Jammer... ik moet het doen met die stenen kikkers overal.



Ik heb een afwisselende route gekozen: de rustige autoweg, een smal asfaltweggetje langs rijstvelden, een mooi bospad tot weg 132. Op die weg richting de Ōuchi Dam wordt aan de weg gewerkt en daar staan ook weer kikkers, dit keer van plastic, ze fungeren als houders voor de afzettingen. Ik tel er vijf. Op de Hoshigoe-tōge, pas, sla ik af naar de groene omweg langs het stuwmeer. Hier wordt zo te zien niet erg veel gelopen. Het wordt al snel een ruw bospad vol bladeren, omgewaaide bomen en bamboe.




Ik denk al snel het stuwmeer door de bomen te zien schemeren, maar bij nadere inspectie is er geen water te zien, maar een zandvlakte. Ik klim door de struiken naar beneden en zie dat een groot gedeelte van het stuwmeer droog staat. Terwijl ik omlaag klauter zie ik een knalgroen kikkertje voor mijn voeten liggen tussen de bladeren. Hé, zo eentje heb ik er ook! Haha, het is Kero-chan, hij is van mijn tas gevallen. Ik bind hem aan mijn stok naast de bel. Zo kan ik hem beter in de gaten houden.


Ik blijf op de rand van het zand uitrusten. Ik heb geen neiging om het water in te gaan, de zandoever loop hier veel te steil af. Na kwartiertje klauter ik weer naar het pad en loop door naar de Ōuchi Dam. Ik moet nodig plassen en zoek een veilig hoekje naast de dam. Er staat een bordje met waarschuwing voor mamushi, slangen, dus ik kijk extra uit en ga niet de bosjes in. Ik hoef de dam niet over te steken maar er vlak voor via een trap naar beneden en dan rechtsaf naar weg 129.


Ik kom uit op een kruispunt in een gehuchtje en daar staan automaten, het is tijd voor een drankje. Er staat makkelijke bureaustoel in de schaduw voor een gesloten winkel. Wat een luxe, daar ga ik uitgebreid van genieten. Ik blijf er zeker een half uur zitten en schrijf een mail aan Miyori. Zij is voor ons tweeën een dagje uit in Tokio aan het organiseren. Ze wil met me naar de Sky Tree. Lijkt me een goed plan, dus ik schrijf terug dat ze de kaartjes daarvoor wat mij betreft kan bestellen. Ondertussen komen er veel trucks voorbij, het is behoorlijk lawaaierig op dit kruispunt. Ik ben zo geconcentreerd aan het schrijven dat het me niet heel erg hindert.



De route gaat gelukkig maar klein stukje verder langs deze weg, daarna komt er weer een groen pad en een smalle weg langs de Yoda-gawa en rijstvelden, waar de rijst zo te zien net geplant is. Ik vind het altijd een mooi gezicht, die rijen lichtgroene jonge rijstplantje in het water met daarin de weerspiegeling van de bergen erachter.
Het pad gaat onder de Takamatsu Expressway door en om kwart over 12 sta ik bij Toramaru Kōen. Een groot park op een heuvel met wijds uitzicht over de stad Higashi Kagawa-shi en de zee daarachter. Er staat in dit park een sporthal en een minatuurstad voor kinderen.

Op het grasveld op de heuvel staan beelden, eentje met wel vijf kikkers op elkaar gestapeld. Ik bekijk de beelden stuk voor stuk, er staat zelfs beeld van Salvador Dalí: 'Een naakt dat de trap oploopt', waarbij de trap een groot slakkenhuis is.
Het is hier heel erg rustig, ik kom nauwelijk een mens tegen. Ik zoek een plekje in het gras in de schaduw van een boom, de zon komt er af en toe weer door en dan is het me gelijk te warm, ook al is het zo dichter bij de zee meer gaan waaien. Ik spreid mijn pareo uit en ga picknicken: rijst met gekruide nori en de sugar snaps. Het smaakt me goed. Ik ben toch wel erg bezweet geraakt en in het toiletgebouwtje verderop was ik mijn voeten en doe schone sokken en een droog t-shirt aan. Terug op mijn plekje ga ik even liggen en ik val waarempel in slaap. Om half 2 schrik ik wakker, ik heb misschien een half uur geslapen. Ik voel me lui, het is warm en eigenlijk zou ik hier langer willen blijven.
Maar ik moet door, ik schat dat het nog 4 km is naar station Sanuki-Shirotori. Ik kan ook doorlopen naar Hiketa-eki. Daar zijn antieke straten, die wil ik eigenlijk wel zien. Maar het laatste stuk valt zo tegen, ik loop als een slak, dat ik dat plan snel laat varen. De zon is weer helemaal terug en lopen op asfalt in deze hitte door straten zonder schaduw, is rond dit uur van de dag erg vermoeiend. En mijn knie begint weer meer pijn te doen. Bij de Y-Shop koop ik een azikuijsje en sinaasappelsap en ga even uit de zon zitten. Het is dan al bijna half 4 en ik schat nog half uur naar Shirotori-Sanuki-eki. Ik neem een Japanse pijnstiller, want anders ga ik echt lopen strompelen. Tegen de tijd dat ik bij het stationnetje ben is de pijn minder. Maar hier stopt alleen een boemeltreintje, de eerste gaat pas om 5 uur.
Er gaat wel een boemeltrein de andere kant op over een paar minuten. Naar Sambommatsu-eki, en daar stopt de sneltrein. Dus ik koop een kaartje voor ¥ 200 naar Sambommatsu, waar ik om half 5 ben. De sneltrein naar Tokushima gaat om 16.43 uur en stopt om 17 uur op Itano-eki, dat is een halte voor Gokurakuji. Ik kan nog net een paar foto's vanuit de trein maken van de rijstvelden en station Hiketa. Dan gaan we door heel veel tunnels, ik raak de tel kwijt. Ik vang af en toe maar een glimp op van de bergen waar we doorheen snellen.
En dan sta ik ineens aan de andere kant van die bergen. Vanaf station Itano is nog bijna 4 km langs weg 12 naar tempel 2. Dat kan ik nu niet meer opbrengen, ik heb er al 23 km opzitten zag ik op mijn stappenteller. Ik neem een taxi! Er komt een man naar me toe, hij geeft me een visitekaartje en een naambriefje, geen idee waar het over gaat, maar als ik zeg dat ik in tempel 2 slaap en een taxi zoek, belt hij die voor me. Ik wacht in de stationshal. Daar zit een henrosan op de bank te huilen. Het is nog maar een jongen, hij moet naar Ryōzenji en wacht op de stoptrein naar Bandō. Hij is helemaal in het wit, met gloednieuwe stok en hoed. Hij moet nog beginnen. Waarom hij huilt weet ik niet, wie weet valt het afscheid hem zwaar. Een vrouw troost hem, misschien is het zijn moeder. Mijn taxi komt eraan en ik wens hem ki wo tsukete en ganbatte kudasai! Hij kan al weer een beetje lachen door zijn tranen heen. Wie weet komen we elkaar morgenvroeg nog tegen. Hij op weg naar tempel 2 en ik naar tempel 1.
Blij toe dat ik een taxi neem, ik kan die 4 km echt niet meer lopen. Dit ritje kost ¥ 1030, de sneltrein was ¥ 750, dus alles bij elkaar een duur ritje van 20 km.
Ik herken Gokurakuji direct, herinner me ineens dat ik hier de eerste morgen twee keer door de poort ging. De eerste keer kwam ik erachter dat ik mijn stempel was vergeten te halen in Ryōzenji, dus moest ik terug. Wat lijkt dat lang geleden! De shukubo is makkelijk te vinden, ik weet inmiddels hoe tempels eruit zien en welk gebouw wat is. De shukubo wordt gerund door een ouder echtpaar en ik krijg een mooie grote kamer direct naast de ingang. Het avondeten wordt al opgediend, zegt okusan, maar ik kan nog wel even in bad. Ik neem een snelle douche want ik heb trek en geen zin om alleen te eten. In het voorbij lopen zag ik drie henrosan zitten in de eetkamer.
Ze zijn nog niet klaar met eten als ik aanschuif. Er is een jonge knul bij die goed die Engels spreekt. De andere twee spreken het ook een beetje. Wel fijn, want ik ben moe en dan lukt Japans spreken niet meer zo goed en verstaan al helemaal niet.
De jonge henrosan heet Akira, hij heeft blond geverfd haar en zegt dat hij op de beste universiteit van Japan, in Beppu, studeert. Daar studeren ook veel buitenlanders. Engels heeft hij geleerd in Nieuw-Zeeland, hij is een jaar in Auckland naar school geweest. Het is een leuke vlotte knul. Hij heeft maar een week om de henro te lopen, dan moet hij weer terug naar Beppu. Hij wil zo maar wat tempels bezoeken. Vanaf hier naar Kagawa. Ik geef hem wat tips voor mooie tempels daar. Hij heeft geen ervaring met lange afstanden lopen, wel met fietsen. Nou ja, zo'n jonge vent, hij is pas 21, hij zal het wel redden. Ik laat ze mijn certificaat zien. De andere twee henrosan zijn ook net begonnen en ze zijn vol ontzag voor mijn geslaagde henro. Ze blijven nog even zitten en we spreken af dat we naar de ochtenddienst van 6 uur gaan. Daarna gaan ze naar hun kamer, oyasuminasai!
Akira-san en ik bekijken elkaars Facebook pagina op onze iPhones. Hij wil mij uit nodigen als vriend maar dat lukt en hij haalt zijn iPad erbij. Of 't hem daarop wel lukt is weet ik niet, maar we hebben elkaars naam en ik zie het wel verschijnen. Hij gaat ook naar zijn kamer boven en ik ga een ommetje maken over het tempelterrein. Als ik de shukubo uitkom is het eerste wat ik zie een kikker met twee kleintjes op de rug. Nou, mijn geluk kan echt niet op vandaag! Ik weet nu zeker dat ik straks veilig thuiskom. Wat is het fijn om hier weer te zijn, ik kijk zo anders rond in een tempel, alles voelt zo vertrouwd.
Na mijn avondwandelingetje ga ik terug naar de ofuro, nog een poosje relaxen in het hete bad. Okusan komt ook baden en zo zitten we even gezellig bij elkaar.
Terug op mijn kamer ontdek dat ik toch een klein beetje ongeluk heb vandaag. Ik heb mijn stappenteller verloren, in de trein of op station Itano. Ik keek erop toen ik mijn kaartje kocht en zag dat ik al 23 km had gelopen. Dit was voorlopig mijn laatste lange afstand, dus ik kan die stappenteller nu wel missen. Laat een ander er maar van plezier van hebben!
Ik kijk nog wat televisie, er is niet veel bijzonders op het nieuws. Weerbericht: zonnig met wat bewolking, warm!
En ik zie nu pas dat ik een privé-toilet heb op de veranda naast mijn kamer.
Ik ga vroeg slapen, helemaal tevreden met alles. Het voelt heel anders nu om in een tempel te overnachten, geen druk meer van vroeg weg morgen, waarheen en hoever.
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.

< Dag 60