< Dag 32  
Dag 33 Donderdag 18 april Grotten en stenen
Youth Hostel, Ashizuri-misaki - ¥ 5040 tatamikamer met diner en ontbijt
Tempel: 38 Kongōfukuji 金剛福寺
Afstand: 12 km lopen / ca 43 km Bus > Matsuo > Tosa-Shimizu-machi > Sukumo-shi
Klik hier voor veel meer foto's in een diashow / Click here for more pictures in a slideshow.

Ik ben om half 6 heel even wakker en val prompt weer in slaap tot 7 uur. Verslapen! Ik wilde eigenlijk om half 7 opstaan om samen met Takako-san en de anderen te ontbijten. Maar helaas, ik ben te laat en zij is al vertrokken, evenals de andere henro-san. Alleen de Fransman kom ik op de gang tegen. Ik onbijt dus in mijn eentje en pak daarna mijn henrotas voor het bezoek aan de tempel en de omgeving. Als ik in de badkamer mijn tanden poets zie ik daar de sleutel van mijn kamer liggen in het mandje waar ik gisteren mijn handdoek had gelegd. Gewoon vergeten dus. Ik breng hem met de nodige excuses en buigingen terug naar mijn gastheer. Hij kan er wel om lachen gelukkig. En ik mag mijn rugzak hier zolang laten staan.
Om 8 uur precies ga ik op weg naar de tempel Kongōfukuji. Het is zonnig, en al behoorlijk warm zo vroeg. En het is overal erg rustig, geen bussen met toeristen of henro-san te zien.
Kongōfukuji ziet er uit als nieuw, alles glimt lijkt het wel. Zelfs het groene beeld van Kūkai. Het is duidelijk één van de welvarendste tempels. Er staan allerlei monumenten voor Kūkai's Zeven Wonderen, o.a. een grote schildpad, rijen boeddha- en bosatsubeelden en stupa's, (gorintō in het Japans), die de 5 elementen symboliseren. De grote vijver is schitterend aangelegd en weerspiegelt alles prachtig.
Ik doe mijn rituelen en wandel daarna wat rond en maak foto's. De Hondō en de Daishi-dō zijn hier niet afgesloten met een houten hekwerk, zoals in veel tempels het geval is. Vooral in de Daishi-dō is het beeld van Kōbō Daishi in zijn schrijn achter het altaar goed te zien.
Bij de nōkyōsho, stempelkantoor, krijg ik een boekje in zowel Japans als Engels over de geschiedenis van Shikoku. Een erg aardig gebaar. Op een bankje in de zon lees ik het hoofdstuk over Kūkai en de henro. Interessante lectuur, maar ik ben niet van plan om dit boek de hele tijd mee te sjouwen, het weegt zwaarder dan mijn routegids en stempelboek bij elkaar. Ik zal maar 's een envelop met al het papierwerk sturen naar Ekōin in Koyasan.


De Youth Hostel


De wasplaats van Kongōfukuji

De varja wijst de weg naar de Daishi-dō

Kōbō Daishi

De Daishi-dō
Na mijn tempelbezoek loop ik het stukje terug naar het uitzichtpunt op Kaap Ashizuri. Een prachtig uitzicht nu in de volle zon, hoewel de hemel boven de oceaan nog een beetje wazig is. En ik heb al weer trek. Ik eet hierboven het hardgekookte ei op, die ik had meegenomen van het ontbijt, en de helft van een grote appel. De enige toeristen hierboven zijn een ouder echtpaar, de man maakt op mijn verzoek een paar foto's van me. Beneden in het souvenirwinkeltje koop ik twee ansichtkaarten. Ik lees daar op het informatiebord over de Hakusan Dhomon, één van Japans mooiste voorbeelden van een granieten rots die door de erosie is uitgehold tot een poort. Vanaf hier neem ik dus het toeristische wandelpad terug. Overal staan bordjes met uitleg over de bezienswaardigheden. Ik zie een stenen kame, schildpad. Dat dier is een sterk gelukssymbool: het staat voor 10.000 jaar geluk en gezondheid, en ook voor volharding en doorzetting. Van het bordje met tekst dat er naast staat maak ik een foto en ik neem me voor om dat later te vertalen. Er staat boven Kame Yobi Ba, wat ik vrij vertaal als: plaats waar schildpad geroepen is. De tekst begint zo: 'Kōbō Daishi die vanaf hier een schildpad riep'... Verder iets over een onwrikbare rots, een gebed en een lichaam dat veilig uit zee kwam dankzij een schildpad die opdook. Nog een wonder van Kūkai dus. Verderop langs het pad staat een groot rotsblok met een bordje met uitleg ernaast, ik begrijp eruit dat toen Kūkai bij Kongōfukuji was hij deze steen zag, de rest snap ik nog niet... Er liggen steentjes op en ik leg mijn steentje dat ik eergisteren op het strand bij Takahama vond erbij.

Op het uitzichtpunt

Kame Yobi Ba, schildpad roep plaats
Ik kom uit op de weg voor de tempel met de rijen nieuwe boeddhabeelden naast de rotstuin met grote witte stalagmieten. Er zijn daar nu mannen met een graafmachine bezig om alles rondom de rotsblokken netjes te maken. Vanaf de wegkant ziet de rotstuin er mooi uit, met al het groen van het tempelterrein op de achtergrond. Maar gezien vanaf de tempel wordt het zicht erop ontsierd door de smakeloze flats die er achter staan.
Om half 11 loop ik de 90 meter lange trap omlaag naar het keienstrand met de Hakusan Dhomon. Het is inderdaad net een poort waardoor de golven naar het strand komen gerold. Het geeft een mooi geluid op de stenen. De mensen zetten hier kleine stupa's op het keienstrand. Nu ik geen stenen kan verzamelen, is dat een mooi alternatief en ik stapel mijn eigen stupa.
Aan het eind van dit keienstrand gaat een trap omhoog en kom ik uit bij de weg met veel hotels. Het is hier vast wel drukker in de weekends en vakanties.

Werk in uitvoering

Trap naar Hakusan Dhomon
Hakusan Dhomo en kleine stupa's

Ik loop terug naar de Youth Hostel en haal mijn rugzak op. Ik bedank de gastheer nogmaals hartelijk. Ik ga eerst naar het postkantoor. Daar schrijf en post ik de kaartjes voor Pa en voor Noëlle, zij wordt 21 april 42 jaar. Daarna ga ik op zoek naar de kusuriya, apotheek, die ik even verderop vind en ik koop een nieuwe voorraad pleisters.
Inmidddels heb ik het behoorlijk warm gekregen, het zweet loopt in straaltjes langs mijn gezicht en rug. Hierdoor en door het lopen langs de zee en dat mooie keienstrand in de hitte krijg ik erg veel zin in een koele duik. Ik ga dus eerst een strandje zoeken waar ik een poosje kan uitrusten en genieten van de zon en de zee. Ik heb mijn badpak tenslotte niet voor niets bij me.
Ik loop verder langs de kustweg en speur bij elk huis of zijweggetje of ik kan afdalen naar een rustig plekje aan de zee. Geen succes, alles is onbegaanbaar, gevaarlijk steil en als ik een paadje zie loopt het dood. Ik kom wel door een park met een groot grasveld en een rolstoeltoilet. Daar fris ik me op en trek een droog T-shirt aan. Om 12 uur eet ik er op een bankje de andere helft van de appel en drink azukisoep en koude café au lait. En ik doe mijn schoenen en sokken uit, mijn voeten gloeien vreselijk en ik hou ze even onder de kraan. Ik bind mijn schoenen achterop mijn rugzak en loop verder op slippers. Poeh, dat voelt een stuk prettiger op het asfalt in deze hitte.


Onbereikbare strandjes...

...aan deze prachtige kust...

...met steile kliffen.
Even verderop naast de parkeerplaats van het Ashizuri Pacific Hotel zie ik een pad naar beneden, het is aangelegd met hekken en trapjes voor de gasten van het hotel, maar het komt niet uit bij het kleine strandje beneden, even daarboven is het betonnen pad afgebrokkeld en de hekken zijn roestig en kapot. Ik waag het niet om verder te klauteren, misschien kom ik dan in de branding vol rotsen daaronder terecht. Het strandje ziet er trouwens toch niet erg aanlokkelijk uit, het ligt vol troep. Het pad gaat verderop weer omhoog en zo kom ik met een bocht terug bij hetzelfde hotel. Dat ziet er trouwens aan de achterkant erg onbewoond en vervallen uit.
Het is nu kwart voor een en ik heb het weer behoorlijk warm gekregen van dat geklauter en ook honger! Sinds het ontbijt heb ik alleen op de grote appel, een hardgekookt ei en azukisoep gehad. En alles bij elkaar heb ik maar 5 km gelopen, maar het voelt als 10 km.
Naast het Ashizuri Pacific Hotel...

...langs pad naar beneden...

...maar dat loopt dood.
En gelukkig: het henropad komt weer uit op weg 27 en daar staat op de hoek een restaurantje. Ik bedenk me niet, ga naar binnen en bestel bij een vriendelijke vrouw een grote kom warme soba met groentes en tofu. Het is heerlijk koel hier binnen en het eten smaakt me prima. Er zijn maar 2 andere gasten, zo te zien zakenlui. Ik krijg als osettai een handjevol snoepjes. Na een uur kan ik weer verkwikt en uitgerust op weg. Ik kom langs henro rusthut Ashizuri,nr. 20, langs bakken waarin groentes liggen te drogen in de zon, zo te zien repen daikon, en langs een rij groente- en fruitstalletjes bedekt met witte doeken tegen de brandende zon. Het henropad loopt door het vissersdorpje Matsuo en daar zie ik ineens in de diepte toch nog een geschikt strandje liggen. Even verderop staat een bordje met een pijl die naar beneden wijst. Ik daal af op een zo te zien weinig gebruikt pad, ik moet me een weg banen door de bamboestruiken.

Het restaurant

Henro rusthut nr. 20, Ashizuri

Groente- en fruitstalletjes

Dit is nou precies zo'n strandje als in gedachten had. Hier blijf ik een poosje, ik doe mijn badpak aan en ga afkoelen door op een rots te gaan zitten in de branding en me te laten overspoelen door de golven. Zwemmen is hier geen optie, dat is te link met al die rotsen. Ik loop daarna wat rond op de stenen en zoek een paar kleine, lichte steentjes, die ik misschien wel mee kan nemen. Stenen hebben altijd een enorme aantrekkingskracht op me, thuis heb ik een hele verzameling uit de hele wereld. Maar op deze pelgrimstocht kan ik niet teveel stenen meesjouwen in mijn rugzak. Ik vind ook nog twee mooie schelpjes voor Indy. Rechts van het strand is een tunnel in de rotsen, een onderdoorgang naar ander stuk strand dichterbij de haven van Matsuo. Maar vanaf dat strand is geen pad naar boven. Ik loop weer terug en bewonder het gesteente in de grot. Het gewelf heeft veel verschillende kleuren en structuren. Ik ben blij dat ik deze prachtige plek gevonden heb. Het is hier zo stil, ik vraag me af of andere henro-san hier wel eens komen uitrusten.
Eindelijk een geschikt strandje

Tunnelgrot naar het andere strandje

Allerlei kleuren gesteente
Als ik terug kom op mijn strandje zie ik voorbij het pad omhoog een bijzondere boom staan, hij zit vol met stenen tussen de kronkelige wortels. Veel stenen zitten muurvast geklemd. Hier komen dus wel vaker mensen om stenen tussen de wortels te stoppen, om wat voor reden dan ook. Ik vind het een mooi symbool en stop mijn twee steentjes in de boom, één voor mijn ouders en één voor mijn geliefden thuis. Ik kan ze loslaten, ik hoef ze niet mee dragen naar huis. Ik voel de aanwezigheid van een kami in deze boom, ik krijg er een heel goed gevoel van. Ik doe een dankgebed: Dank je wel, Kūkai, dat je me naar deze mooie plek hebt geleid. Namu daishi Henjō kongo!

Ishi hō akō, de stenenboom

De wortels omklemmen de steen muurvast

Gedenksteentje voor mijn ouders
Na een uur klim ik weer omhoog en als ik het bord met de pijl nog eens goed bekijk, begrijp ik pas (met dank aan Midori) wat er staat: 石抱アコウ ishi hō akō: stenen omhelzende (Japanse) zeevijgenboom.
Ik volg het henropad en loop via het haventje van Matsuo omhoog naar de weg en kom langs een man die kratten vol gedroogde bonito heeft uitgespreid op lappen in de zon. Het verspreidt een heerlijke geur. Verderop staat een groentekar (in gedachten noem ik hem Japanse Harry, naar onze groenteman in Alkmaar) en ik koop bananen en een bakje aardbeien. Een henro-san, die ook even stopt om wat te kopen, geeft me een tomaat, mmm lekker! Ik geef hem wat aardbeien. Ik vraag hem: Doko ni ikimasu ka? Hij zegt: Sukumo ni. Ik weer: Ima aruku? Hij: Hai! Waar ga je naar toe? Naar Sukumo. Nu lopen? Ja! Nou ik niet, zeg ik. De bus van 15.50 uur komt er net aan en ik steek gelijk mijn hand op. Ik vind het wel jammer dat ik dit hele stuk niet kan lopen langs deze mooie kust, maar ik heb zoveel tijd doorgebracht op de kaap om te genieten van al het moois, dat ik nu op wil schieten om mijn afspraak met Joost te halen.
Voor Ishi hō akō, hier naar beneden
Haventje van Matsuo
Katsuo, bonito, drogen
Binnen 40 minuten zijn we in Tosa-Shimizu-shi. De buschauffeur, een jonge vrouw, zegt dat ik hier kan overstappen voor Sukumo. En zo sta ik weer bij dezelfde bushalte waar ik gisteren in de stromende regen uitstapte. De bus naar Sukumo gaat meer dan een uur later. Dat komt goed uit, dan kan ik hier ook een stukje lopen en wat van het stadje zien. Op de kaart zie ik dat het 3,5 km is tot voorbij Ashizuri-ko, de haven. Ik ben al weer snel warm en bezweet. Om 17 uur kom ik langs een busremise en daar is een rolstoeltoilet waar ik me opfris en me omkleed. Wat zijn dit toch praktische en meestal schone ruimtes. Je zou er zelfs 'in geval van uiterste nood!' kunnen slapen als je een slaapmatje en slaapzak bij je hebt. Even verderop koop ik in een supermarkt een bento voor mijn ontbijt morgen. Omdat het niet vers meer is, want vanochtend klaargemaakt, krijg ik het voor de halve prijs: ¥ 190.
Ik loop in de avondzon langs de haven en geniet van de rust en de geur van de zee. Ik ben ruim op tijd bij de bushalte voorbij Ashizuri-ko. De bus komt stipt om 17.58 uur.
Bushalte in Tosa-Shimizu

Beeldenzaak langs de weg
Ashizuri-ko, haven
Het is een busrit van meer dan een uur over weg 321. We rijden eerst nog heel stuk langs de zee met een mooie zonsondergang boven de bergen. Er zijn hier wel veel tunnels, ik zou hier absoluut niet willen lopen. In de langste tunnel loopt nog een eenzame henro-san. Het is om deze tijd niet druk, maar toch... Er zijn nog paar alternatieve routes door de bergen, die zijn korter, maar zwaarder en geen winkels onderweg. Toch zou ik die de volgende keer lopen, als ik ooit weer ga.
In plaats van zeker 2 dagen lopen ben ik nu dus binnen 3 uur bij het station van Sukumo. Het is 19.10 als ik uitstap en al pikkedonker. Ik dwaal eerst wat rond bij het station, voordat ik op de kaart heb uitgevogeld welke kant ik op moet voor business hotel Akisawa. De straten zijn zoals gewoonlijk erg slecht verlicht.
Wachten op de bus naar Sukomu

De Kainokawa tunnel is wel 1 km lang
Zonsondergang boven Kashiwa-jima

B.H. Akizawa is vlakbij een Lawson en een Sunkus zie ik op de kaart. Handig om je op te oriënteren in het donker want die konbini, 24/7 winkels, hebben grote verlichte uithangborden op palen.
Joost zit geduldig op me te wachten in de lobby. Hij is blij me te zien en ik feliciteer hem met zijn verjaardag met 3 zoenen. Ik schrijf me in en Joost loopt met me mee naar kamer 305. Akizawa is een tamelijk smakeloos hotel, sinds 1950!. Een beetje vergane glorie zo te zien. Als ik de deur opendoe komt de stank van verschaalde asbak en sigarettenwalm me tegemoet. No way dat ik in deze kamer ga slapen! We gaan terug naar de receptie en in mijn beleefdste Japans zeg ik dat ik graag een 'no smoking' kamer wil. Die hebben we niet, zegt de frontoffice lady. En ze zegt nog veel meer, wat ik niet zo gauw versta, maar ik begrijp wel dat ze geen andere eenpersoonskamer voor me heeft waar niet gerookt is. Joost zegt dat zijn kamer ook stinkt, maar hij heeft er geen last van. Ik blijf herhalen dat ik niet kan slapen in die kamer, dat ik er ziek wordt, dat ik gensoku, astma, heb. Ik zeg dat ik anders naar een ander hotel ga. Dat vindt ze blijkbaar te ver gaan en ze geeft me de sleutel van kamer 405. Ze zal me daar bellen om te vragen of die wel OK is. Dus wij weer naar boven, nu een verdieping hoger. 405 is een grote kamer ensuite: westerse slaapkamer met twee bedden en een tatamikamer ernaast. Het ruikt er alleen een beetje muf, dus ik zet gelijk het raam wijd open. Even later gaat de telefoon: Ii desu ka? Hai, arigatō! Maar hoeveel kost deze kamer? Dezelfde prijs: ¥ 4800. Dat is mooi geregeld, dōmo arigatō gōzaimasu! Op de gang is een hoekje met een wasmachine, na het eten kan ik mijn was doen.

Mijn riante slaapkamer en suite...

...met tatami zitkamer
Plan voor morgen maken met Joost
Maar nu snel mijn slippers aan en een vest mee. Joost en ik gaan de 'stad' in. De frontoffice lady geeft ons een foldertje mee met restaurants. Als we zeggen dat we sushi willen eten, wijst ze nog naar hun eigen restaurant. Maar daar is het ons te ongezellig leeg. Volgens mij zijn wij hier de enige gasten. Nee, we willen eruit, onze verjaardagen vieren en Joost heeft nog nooit sushi gegeten. Dat is toch raar als je al weken in Japan rondloopt!
Het foldertje voor ons onduidelijk met een onbegrijpelijk plattegrondje. We lopen gewoon onze neus achterna en gaan bij de eerste de beste deur met gordijntjes ervoor naar binnen: dat is een yakitori-ya, waar alles blauw en vettig is van het bakken. We vragen naar een sushi-ya. Rechtdoor en bij stoplicht rechtsaf. En ja hoor, we vinden zo'n klein zaakje waar je aan de bar of op tatamimatten kunt zitten eten. Er zit nog een ander stel. De sushibaas zegt eerst dat hij gaat sluiten en maakt het kruisgebaar: geen sushi meer. Als ik zeg dat we henro-san zijn en erge honger hebben, zegt hij: Okee! Een setto? Hai, Joost-san hier is jarig en dit is de eerste keer dat hij sushi eet, dus graag van alles wat. We krijgen zalm, tonijn, aal, inktvis, garnaal en nog paar andere vissen die ik niet ken. Joost vindt alles lekker. We drinken er groene thee bij. Ondertussen raken we met het stel naast ons in gesprek over Holland en dan vooral over de fūsha, windmolens. Ik leg uit dat oude monumenten zijn, leuk voor de toeristen. En dat er bij ons veel moderne windturbines staan voor de energie. Onderweg in de bus heb ik hier op een berg ook weer een rij zien staan. Het is erg gezellig zo en Joost en ik wisselen onze ervaringen van de afgelopen week uit. Hij is gisteren erg nat geworden in die regen op weg naar tempel 39, Enkōji. Hij had doorweekte schoenen en sokken. Hij is blij dat hij even uit kon rusten in het hotel en vandaag alles heeft kunnen laten drogen. Ik trakteer, dit is mijn verjaardagscadeau voor hem. Het kost maar ¥ 2900. Niet gek voor twee grote porties sushi.
Joost trakteert me op de terugweg op een ijsje uit de automaat. Op mijn kamer kijken we in de routegids wat we samen kunnen lopen. Het stuk naar tempel 40, vanaf tempel 39, Enkōji, is 26,6 km en dat haal ik niet in een dag. Ik moet vanaf hier morgen eerst nog naar tempel 39, dat is ook nog eens 7 km. Joost blijft op me wachten totdat ik terug ben en dan zien we wel tot waar we komen morgen.
Ondertussen draait mijn was, het is 10 uur en ik moet nodig naar de ofuro, die is tot 11 uur open. Joost gaat naar bed. We spreken geen tijd af, Joost kan uitslapen.
Dit was echt weer een topdag met die prachtige wandeling langs de kust van Ashizuri-misaki.
Mijn was hangt te drogen hangt voor het open raam en om 12 uur ga ik slapen in het riante bed.
Klik hier voor veel meer foto's in een diashow. Click here for more pictures in a slideshow.
< Dag 32  

ō