< Dag 29  
Dag 30 Maandag 15 april Mijn eerste tunnel
Kokumin Shukusha, Tosa-shi - ¥ 6800 tatamikamer met diner en ontbijt
Tempel: 37 Iwamotoji 岩本寺, Shimanto-machi
Afstand: 13 km / 5 km Ferry: Umetate - Yokonami, 45 km JR Dosan Line Ōma-eki via Susaki-eki naar Kubokawa-eki
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.

Om 6 uur word ik wakker, de zon komt prachtig op en ik ga naar het terras boven de ofuro om er van te genieten. Terug op mijn kamer pak ik mijn rugzak in en bekijk het schouwspel op het sportveld van de highschool hier beneden. De leerlingen staan op ochtendappèl van 7 uur. Ze worden daar echt gedrild: netjes in rijen opstellen en in de houding staan. Daarna doen ze ochtendgymnastiek onder muzikale begeleiding. Leuk om te zien en te horen!
Na het ontbijt van 8 uur heb ik tot 9.45 de tijd om achter de PC in de lobby een update op Facebook te maken. Het is hier lekker rustig, iedereen is al weer vertrokken op een henrosan na die straks ook naar de ferry wordt gebracht, maar zij laat zich nog niet zien.
Ik krijg een kopje koffie met melk van Ikegami-san en om 10 voor 10 gaan we op weg in zijn auto. Een kwartier later staan we bij de ferry, halte Umetate. Ik bedank Ikegami-san hartelijk voor zijn kuruma-osettai en geef hem mijn osamefuda.


Zonsopgang boven de Tosa Baai

De lobby van Kokumin Shukusha
Uitzicht op Meitoku-gijiku Highschool

Ikegami-san
De ferry vertrekt precies om 10.10. Het is een klein passagiersbootje, we moeten binnen zitten, maar de raampjes kunnen open. Het water is zo glad als een spiegel, dit is een mooi tochtje over de Uranouchibaai. Er is nog een derde passagier, ook henrosan. Hij praat voornamelijk tegen de vrouw die met ons meereed. Hele verhalen heeft hij, blijkbaar heeft hij veel meegemaakt en moet hij dat kwijt. Zij zegt niet veel, reageert voornamelijk met: Ah? en 'Èèè' en 'Ah, so desu ka'. Ik word een beetje genegeerd, we maken alleen een kort praatje als we foto's van elkaar maken. Precies om 10 over 11 komen we aan in Yokonami. De twee henrosan vertrekken samen zonder nog iets te zeggen, ik roep ze nog na: Sayōnara, ki wo tsukete! Soms zijn ze toch ook onbeleefd hier. Zij gaan rechtdoor langs weg 314. Ik wil langs weg 23, eerst nog een stukje langs het water van de baai lopen en ongeveer 6 km verder bij de Susaki rusthut pauzeren. Maar eerst koop ik wat eten bij de Y-shop en ga daarna naar 't postkantoor. Ik stuur een envelop vol naambriefjes, rekeningen en dergelijke naar huis. En ik vul een doos met osettai-cadeautjes, folders en schelpen. Die laat ik met de langzame scheepspost versturen. De doos weegt 700 gram en het kost toch nog ¥ 1800 En dan komt het pas over 2 maanden aan! Maar mijn rugzak is wel een kilo lichter en dat is ook wat waard..
Over een spiegelgladde Uranouchi Baai

Aankomst bij Yokonami

Het was een prima overtocht!
Om 12 uur ga ik pas echt aan de wandel en dan is het al goed warm. De eerste kilometers op weg 23 zijn rustig, vooral het eerste stuk langs het water. De koi no bori vallen me nu overal op, de karpervlaggen die opgehangen worden voor de viering van Kinderdag op 5 mei.
Na 3,5 km zie ik onverwacht een tunnel opdoemen! Die had ik even niet opgemerkt op de kaart. Ik ga om 13 uur eerst even in een boomgaard vlak voor die tunnel uitrusten, een plas doen en moed verzamelen. Ik neem ook voor de eerste keer een pufje van dokter Nishimori. De weg is hier drukker met meer vrachtverkeer en ik zie op tegen de herrie en de stank. Ik voel me ineens erg onzeker, vind het gewoon eng om voor het eerst een tunnel in te gaan. Het verkeer dendert er vaak rakelings langs een smalle vluchtstrook. Na een kwartier heb ik genoeg moed verzameld en trek ik de stoute schoenen aan. Er is toch geen alternatief, er is geen pad bovenlangs de tunnel en omkeren is geen optie.
Ik zet mijn hoofdlamp en koptelefoon op en luister naar songs van Paul McCartney. Ik zet ze flink hard aan en loop luid meezingend op de tunnel af: 'It is only a paper moon, without your love it's a honky tonk parade, if you believe in me!' En ik krijg opeens een huibui. Snikkend en zingend loop ik de tunnel in en zie dat het einde al in zicht is, hij blijkt maar 250 m lang te zijn. Er zijn slechts een paar tegenliggers, er komt meer verkeer van achteren en het valt uiteindelijk erg mee. Ik word emotioneel, denkend aan Jaap en de liefde door de teksten in de liedjes van sir Paul: 'We three, my echo, my shadow and me, I walk with my echo and my shadow, but where is the one I love....we three we are all alone, living in a memory...' Opgelucht en nasnotterend ga ik door, dit is dus mijn 'tunnel-vuurdoop'!

Eerste stuk van weg 23 gaat langs de baai

Koi no bori vlaggen voor Kinderdag

Mijn 'tunnel-vuurdoop'
Zo zie je maar weer: 'Een mens is lijdt het meest door de dingen die hij vreest'. Ik voel me een stuk beter en het loopt lekker op het ritme van de muziek en ik heb veel minder last van de verkeersherrie. Om 14 uur neem ik een lange pauze in rusthut Susaki. Schoenen en sokken uit, mijn voeten gloeien erg, ik spoel ze af met water uit mijn fles en plak een pleister op mijn linkerhiel, het voelt daar als een beginnende blaar. Er komt een vrouw aan, we stellen ons aan elkaar voor. Aardige vrouw, ze blijft even praten voordat ze verder loopt. Zij heet Rieko Suzuki, ze doet kugiriuchi, alleen een deel van de henro lopen.
Na drie kwartier loop ik door en luister naar songs van Leonard Cohen en Dire Straits. Het laatste stuk naar Susaki-shi is een vervelende weg langs industrieterrein met veel vrachtverkeer. In de verte op de bergen zie ik al een hele poos een windfarm staan: ik tel 21 windturbines. Ik denk weer aan Jaap, hij zou het mooi vinden om dat te zien. Ze staan te ver weg en het is te wazig om er een foto van te maken.

Rusthut Susaki

Rieko-san

Langs het industriegebied van Susaki-shi
Om half drie loop ik langs Ōma-eki en daar staat Rieko-san op het perron te wachten. Ik vraag waar zij heen gaat. Naar Susaki-eki, vandaar wil ze een taxi nemen naar B.H. Marutomi, waar ze gereserveerd heeft. Morgen gaat ze verder richting tempel 37. Ik besluit om ook op die stoptrein van 15.41 naar Susaki-eki te stappen. De weg hier is me veel te druk en het is te warm. Bij Susaki-eki zwaai ik Rieko-san gedag als ze in de taxi vertrekt: Sayōnara en ganbatte ne!
Ik koop een kaartje voor Kubokawa-eki, die trein gaat om 16.44, dus ik ga me even opfrissen in het invalidentoilet en iets te drinken kopen. Ik loop een rondje door de winkelstraat tegenover het station en installeer me dan op een bankje voor het station met mijn schoenen en sokken uit en eet mijn laatste sushihapjes op. Ik heb maar 12,5 km gelopen, maar het voelt als 25 km aan mijn voeten, het is echt erg warm ineens vandaag, iemand zei dat het wel 23 graden is. Ik heb voor het eerst de hele tijd in mijn T-shirt met korte mouwen gelopen. Ik heb me na een uur wel ingesmeerd want de zon brandt flink. Ik ben dan ook al aardig verkleurd.
Rieko-san op Ōma-eki

Susaki-eki

Winkelgalerij met koi no bori
Op het perron ontmoet ik de henrosan van de ferry weer, ze gaat ook naar Kubokawa-eki en overnacht in een ryokan bij het station. De JR Dosan Line naar Kubokawa zit vol met middelbare scholieren in uniform. We zoeken allebei een zitplaats. Ik ga op een vrij plaatsje zitten tussen de schooljongens en luister naar muziek, ik voel me ineens erg moe en slaperig. De jongens waar ik tussenzit spelen op hun mobiel, zitten te lezen of te slapen. De meeste meisjes daarentegen staan in groepjes eindeloos te kletsen en te giechelen.
Om half 6 stoppen we op Kubokawa-eki en vandaar is het gelukkig maar 350 meter lopen naar Iwamotoji. Die staat gewoon midden in een winkelstraat. Als de poort doorloop, hoor ik mijn naam roepen door een vrouw die voor de ingang van de shukubo staat: Eri!? Hai, so desu. De vrouw wijst me het voetenbadje voor mijn kongōzue. Na dit ritueel, de voet van Kūkai wassen, schrijft ze me in en ik moet gelijk afrekenen: ¥ 6500. Ze brengt me naar mijn kamer. Ik heb blijkbaar toch een eenpersoonskamer. Ik vind het allang prima, ik hoef even niet in een slaapzaal. Ze vertelt dat het diner om 18 uur is in de eetzaal en dat morgenochtend om 6 uur alle gasten in de Hondō de hartsoetra gaan reciteren. Wakarimasu, daijōbu desu, Ok, ik begrijp het. Ik wil daar graag bij zijn en meedoen.
In de ofuro ga ik na het eten, het is al bijna 18 uur. De trein rijdt langs de shukubo, mijn kamer ligt aan de zijkant, dicht bij het spoor, dus het is er lawaaiig. De trein komt 2 keer per uur langs, maar na 23 uur rijdt hij niet meer.

De niōmon van Iwamotoji

De shukubo

Vermoeide henro en Tanuki bij de ingang

De eetzaal zit aardig vol. Ik zit aan de tafel met de loslopende henrosan, allen mannen. Tegenover me zit een aardige kletsmajoor, die me een paar keer sake aanbiedt, maar ik weiger steeds beleefd. Graag alleen thee alstublieft en dan schenkt hij mijn theekopje maar weer vol uit de grote theepot. Ze hebben veel pret, drinken grote flessen bier en uit kleine kopjes sake of shōchū en praten honderduit met elkaar en ook tegen mij, maar ik ben gewoon te moe en kan me niet meer inspannen om alles te verstaan en erop te reageren. Het eten is lekker, maar zoals gewoonlijk voor mij te veel en ik krijg al gauw kramp in mijn benen van het zitten op de grond. Ik verontschuldig me dan ook snel na het eten. Ik verlang naar het grote hete bad. Ik heb het helemaal voor mezelf, iedereen is natuurlijk al lang voor het eten geweest. Tijdens het douchen doe ik eerst mijn wasje, dat is vaste prik: elke avond slip, bh en sokken en soms ook een shirt in een sopje. Meestal is alles de volgende ochtend zo goed als droog. Er staat vaak een droogrekje op de kamers en er zijn altijd genoeg kleerhangers. Ik blijf lang in het water en doe er wat yogaoefeningen voor mijn benen en schouders.
Terug op mijn kamer maak ik gelijk mijn bed op. Jammer, er ligt hier maar 1 dunne futon. Dat wordt spartaans slapen dus. Ik leg er nog een deken dubbel op en het zitkussen eronder voor mijn heupen.
Ik doe de TV aan en kijk naar het nieuws en weer, het wordt morgen 25 graden!
Ik ga mijn route bekijken voor morgen, hoever kan ik komen en waar ik kan gaan slapen. Ik heb nog niets gereserveerd. De eerste overnachtingsmogelijkheid is voorbij Tosa-saga-eki in Kuroshio-machi.

Om 22 uur bel ik met het thuisfront. Het is daar nu drie uur en Jaap past op de kleinkinderen. Tycho heeft veel te vertellen. Hij heeft een oude kruimeldief gesloopt. Hij gaat Jaap straks het motortje laten zien. En hij heeft zaterdag de 15 km Unicef-loop gedaan. En veel buiten gespeeld. En als ik straks weer thuis ben moet ik minstens 14 dagen komen logeren bij hen en dan word ik heel erg verwend. En of hij me een pakje kan sturen, maar helaas dat gaat niet. Wat een lieverd is het toch. Indy vertelt dat ze ziek is, ze heeft koorts en hoest erg. Ze heeft verder niet veel te vertellen, haar stem klinkt hees. Ze gaat een spelletje spelen op de iPad. Noëlle is boodschappen doen. Ik zeg tegen Jaap dat ik zondag op haar verjaardag langer zal bellen. En Jaap belooft dat hij mijn wandelschema, dat ik thuis in de keuken heb opgehangen, bij zal houden.

Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow. Click here for all pictures of this day in a slideshow.
< Dag 29