< Dag 1  
Dag 2 - maandag 18 maart Kennismaking met Kūkai
Half bewolkt
Ekōin in Koyasan - ¥ 10.000 tatamikamer met vegetarisch ontbijt en diner
9 km
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
Ik ben op tijd wakker voor de ochtenddienst om 7 uur. Snel in de kleren en binnendoor naar de Hondō (de hoofdhal van een tempel) waar de dienst wordt gehouden. De monniken in deze tempel zetten zich in om te bidden voor de rust van de zielen van voorouders. Een grote groep, Japanners en buitenlanders, woont de dienst bij. Iedereen doet de slippers uit voor de deur en gaat op kousenvoeten naar binnen. We mogen op de grond zitten voor het altaar of langs de kant waar stoelen staan. Ik zit liever vooraan op de grond, ik kan dankzij de yoga wel een tijdje op mijn knieën zitten (diamantzit). Deze ochtendceremonie duurt een half uur. Een jonge monnik, die wat Engels spreekt, zegt dat we mogen fotograferen en filmen. Voorlopig wil ik alles horen en zien zonder de Iphone voor mijn neus. 2 monniken gaan links en rechts voor ons zitten, ieder aan een kant van het altaar en beginnen met het reciteren van soetra's. Afwisselend slaat de linkermonnik op een klankschaal en de rechtermonnik slaat met 2 bekkens, waarmee hij een mooi soort zoemend geluid maakt. Ik begrijp niets van de teksten, maar dat geeft niets. Het klinkt allemaal heel mooi, ze reciteren half zingend en ik kan me voorstellen dat je er van in trance kunt raken. Het is heel rustgevend.
We mogen halverwege de ceremonie 1 voor 1 naar voren komen om wat kruid te branden in een pot met een smeulend vuurtje. De Japanse gasten vouwen daarbij hun handen en bidden kort. Als ik gezien heb wat de bedoeling is ga ik als eerste buitenlander naar voren en doe ook wat van het gedroogde spul op het vuurtje en zeg zachtjes voor me uit, terwijl ik mijn handen vouw: 'Dank u wel dat ik hier mag zijn'. De meeste anderen volgen, maar niet iedereen doet mee. Er zitten hier toeristen, die voor het eerst in Japan zijn en tijdens een 14-daagse rondreis een dagje tempel doen. Ze zitten klaar met de camera's. Ik maak later alleen 1 foto van het altaar.
Na afloop mogen we in een rij rond het altaar lopen en bij de 3 boeddhabeelden die daarachter staan een groet of een gebed doen. Bij elk beeld vouw ik mijn handen voor mijn borst (gasshō), buig mijn hoofd en zeg 'arigatō gozaimasu', dank u wel. Ik denk aan mijn ouders, vraag me af of ik hen bedank of Boeddha. Ach, wat maakt 't uit, voor mij zijn ze ook boeddha's...

Gezicht vanaf de Hondō
Bij de Hondō
Bij de ingang van de Hondō
Ochtenddienst in de Hondō
Het altaar in de Hondō
Hierna lopen we via de gangen en trappen van de shukobo naar de hoofdingang en doen daar onze schoenen aan, want het vuurritueel wordt gehouden in een aparte kleinere hal buiten de poort van Ekōin, aan de straatkant. Iedereen die wil kan daar binnen lopen om het Goma Vuurritueel mee te maken. In het kort gezegd dient het vuurritueel om hebzucht, woede en stomheid, die de drie mentale vergiften worden genoemd, te vernietigen. Die worden als de echte oorzaken van een slecht Karma gezien, ze brengen ongeluk en totale vernietiging. Ze worden symbolisch door het Goma offerritueel vernietigd.
In deze veel kleinere hal kunnen we in U-vorm rond de vuurplaats zitten, dezelfde twee jonge monniken doen het ritueel. De één installeert zich op een verhoging voor de vuurplaats en maakt de vuurstapel en de andere zit achterin ernaast, bespeelt de taiko en reciteert soetra's. De vuurmonnik maakt een mooi bouwwerkje van allemaal kleine latjes en steekt ze aan, hij goochelt daarbij wat met potjes kruiden en olie en andere stofjes, die hij op het beginnende vuur gooit en maakt allerlei bezwerende gebaren. Het vuur wordt al snel indrukwekkend hoog. Geen wonder dat ze dit buiten het tempelterrein doen. We zitten in een houten gebouwtje, maar de vuurplaats is van steen en daarboven is het van gietijzer zo te zien, helemaal zwartgeblakerd. Terwijl het vuur steeds hoger oplaait begint de taikomonnik sneller en harder te trommelen, terwijl hij steeds luider sutra's reciteert. Nu herken ik ook de beginwoorden van de hartsoetra: Maka hannya haramita shingyo. Die heb ik thuis geoefend, want straks ga ik die bij elke tempel ook 2 keer reciteren. Het duurt alles bij elkaar een half uur en als het vuur bijna uit is en nog wat narookt mogen we er langs lopen om wat rook naar ons toe te wuiven, voor het reinigende effect. Ik doe dat, maar pas er wel goed op dat ik de rook niet inadem, het lijkt me niet goed voor mijn longen. Daarna mogen we hier eveneens langs 3 kleinere boeddhabeeldjes, die in nisjes achter de vuurplaats staan, lopen en danken. Dit is echt een mooi begin van de dag. Ik voel me lekker, helder in mijn hoofd en ik heb zin in de dag die voor me ligt.
Op weg naar het Goma vuurritueel
Op weg naar het Goma Vuurritueel

Het vuur laait hoop oplKlik op de foto voor korte film

Ingang van de shukubo

Onderweg naar de shukubo praat ik met een Engels meisje. Ze vraagt me van alles, omdat ze mij Japans hoorde praten. Ze wil ook graag Japans leren. Ik beloof dat ik haar later wel wat basisdingen uit kan leggen. Ze blijft hier ook een paar dagen, dus we zien elkaar nog wel. Als ik terugkom op mijn kamer, hebben de huishoudmonniken mijn futon opgeruimd en mijn ontbijt op 2 tafeltjes klaargezet. Nou daar ben ik wel aan toe, ik voel mijn maag knorren. Toch kan ik het niet allemaal op. Ik doe de rijst met de nori in een zakje, heb ik straks wat als lunch: onigiri.
Daarna ga ik eerst naar de computerkamer. Er staan daar 2 laptops met een printer. Ze hebben hier WIFI en ik besluit om een album met de foto's van mijn eerste dag op Facebook zetten. Het is tenslotte nog vroeg en ik heb een lange dag voor de boeg, dus rustig beginnen kan geen kwaad. En het is wel handig om even te oefenen op een PC met Japanse Windows en Japans toetsenbord. Ik heb snel door hoe het werkt allemaal, dat herinner ik me nog van toen ik bij Michiko logeerde. Na ongeveer een uur vind ik het welletjes, ik wil naar buiten, Koyasan verkennen.

Mijn ontbijt

De computerkamer

De genkan, hal waar schoenen uit moeten

Op 10 uur ga ik op pad richting de Okunoin, zo heet het tempelcomplex waar Kōbō Daishi's Mausoleum (Gobyo) staat. Het is tevens de grootste begraafplaats van Japan. Er staat flinke wind, maar het is niet koud, de zon komt af en toe door. Ik ben al snel bij de brug Ichinohashi, de hoofdingang van Okunoin. Het is werkelijk een prachtig oord, met metershoge oude ceders en vol met schitterend oude grafmonumenten, heel veel stupa's of gorintō, boeddhabeelden en gedenkstenen. Er gaat een breed pad naar de Gokusho, de offerhal waarachter de hoofdhal met het mausoleum ligt. Ik neem een zijpad om wat hogerop tussen de eeuwenoude graven en beelden te wandelen. Er hangt een vredige en serene sfeer. Ik kom alleen nog een oude man tegen die met water en takken op weg is naar een graf.


De hoofdingang van Okunoin, Ichinohashi


Grafmonumenten met stupa's
Ik neem nog een zijpad en kom even later op een open veld met daarnaast een nieuwe begraafplaats, dat nog helemaal leeg is, niet zo interessant dus. Ik keer terug en ga door het bos over een smal riviertje verder richting de Gokusho. Ik maak veel foto's, bedenk dat ik dit niet allemaal kan beschrijven in woorden. Soms zegt 1 foto meer dan 100 woorden. Ik vind het fantastisch hier, er is zoveel te zien, oud en nieuw door elkaar. Een gloednieuwe gedenksteen van Panasonic tussen oude boeddhabeelden en bemoste grafstenen. Vreemd en ook grappig contrast.


Mooie paden overal


En veel bemoste stupa's

Gedenksteen van Panasonic
Bij een klein kapelletje maak ik een praatje met 2 vrouwen. Er staat hierbinnen achter houten tralies een 'zwetende Jizō' en je kunt hier in een bron kijken. Als je jezelf niet weerspiegeld ziet in het water, zul je binnen 3 jaar sterven, aldus de legende. Gelukkig zie ik mezelf wel. Ik maak daar een foto van. Als ik die later bekijk, zie ik er een ander gezicht in! (Zie de foto in de diashow). Even later kom ik bij de Gokusho, de offerhal, waarnaast een hele rij beelden staat. Het zijn Jizō Bosatsu, een erg geliefde bodhisattva in Japan. Hij beschermt de kinderen, reizigers en de zielen der doden. Bezoekers gooien hier water over de beelden om te bidden voor hun overleden familieleden, vandaar de naam Mizumuke Jizō (mizu is water, muke is gooien). Hierna loop ik over de Gobyohashi brug richting de hoofdhal de Torodo en het mausoleum. Na deze brug mag niet meer gefotografeerd en gefilmd worden.

Voor de schrijn met de zwetende Jizō Bosatsu

Sugegasa op een Jizō van een dankbare henro


Veel Jizō krijgen slabbetjes voor om kinderen te herdenken
In de Torodo hangen meer dan 10.000 lantaarns die altijd branden, ze zijn gedoneerd door volgelingen van Boeddha. Hier schrijf ik met inkt mijn wens op een smal latje: Ii henro o kudasai (Een goede henro alstublieft) en doe die in de daarvoor bestemde doos. Later zullen al die latjes ritueel verbrand worden, net als alle osame-fuda. Dat zijn de naambriefjes met wensen, die door pelgrims in bussen, die in alle tempels bij elke hal staan, worden gedaan. Achter de Torodo staat het mausoleum en daar brand ik mijn kaarsje voor papa en mama en sta stil voor Kōbō Daishi en vraag hem me te beschermen en me te leiden tijdens mijn henro. Ik voel er, behalve gepaste eerbied, niet echt veel bij. Het is allemaal nog zo onwerkelijk en onwennig. Ik ga terug terug naar de offerhal, de Gokusho, waar de nōkyōsho, stempelkantoor en winkel, is. Daar koop ik de nōkyōchō, het stempelboek waarin ik van alle 88 tempels 3 rode stempels met eroverheen een kalligrafie in zwarte inkt ga verzamelen. De stempel van Okunoin is dus mijn eerste stempel in dit boek. Mijn nōkyōchō heeft een mooie stoffen omslag: oranje met goud- en zilverkleurige bloemen. Wel zo toepasselijk voor een henro uit Oranda, Holland.

De offerhal, Gokusho

Altaar met offers in de Gokusho

De Mizumuke Jizō
Vervolgens loop ik via de kortere weg de begraafplaats af. Daar staan veel meer modernere gedenkstenen van personen en ook van bedrijven. Zo is er een van een ongediertevernietigings bedrijf, ter ere van alle termieten die ze hebben uitgeroeid. Ik maak weer de nodige foto's...
Ik ben om 13 uur precies terug in Ekōin, het begint net te regenen. Na een uurtje rust en wat eten ga ik de deur weer uit. Nu gewapend met paraplu van de tempel en met mijn regenbroek aan, want het plenst inmiddels behoorlijk. Ik vind verderop in het dorp bij het Informatie Centrum een duidelijke folder in het Engels. Daarin staan de 6 belangrijkste tempels van Koyasan. Van die tempels staan de namen voorgedrukt in mijn stempelboek, dus ik begin hier echt met mijn pelgrimstocht. De eerste stempel heb ik al. Zo kan ik alvast wat vertrouwd raken met de gang van zaken in een tempel. Ik wandel vanmiddag eerst naar Kongobuji, dat ligt maar 20 minuten lopen vanaf Ekōin.

Mijn eerste stempel is van Okunoin

Boeddhabeelden naast...

...gedenkteken van wapenfabrikant?

Kongobuji is de hoofdtempel van Koyasan. Ik moet 500 yen betalen voor de entree. Daarvoor mag je het hoofdgebouw van de tempel doorlopen (op kousenvoeten) via een uitgezette route. De meeste ruimtes zijn afgezet met een hekje. De prachtige beschilderde schuifdeuren moeten beschermd worden. Via gangen en veranda's kom ik langs de Banryutei rotstuin, de grootste in zijn soort in Japan. Halverwege de route is een grote ontvangst/feestzaal, waar ik thee en een koekje krijg en op de tapijtvloer mag zitten om te genieten van 2 grote mandala's met het portret van Kōbō Daishi ertussen. Er zijn nog een paar gasten: een Japans stel en 2 oudere Franse echtparen. Verder is het hier erg rustig overal, maar het is dan ook maandag en het regent. Daarna gaat de route langs een mausoleum van een vroegere bisschop en de keuken van de tempel.


De Hondō met kraanvogels op de schuifdeuren

De Banryu-tei rotstuin

In de ontvangstzaal
Ik loop op mijn gemakje terug, het regent nog steeds. Ik ben precies op tijd voor de Akijan meditatie om 16.30 in de meditatiezaal. Nobu-san legt alles uit aan ons groepje buitenlanders. Wij zitten achterin de zaal. De Japanners zitten voorin en krijgen tegelijkertijd uitleg van een andere monnik. Nobu-san spreekt goed en snel Engels. Hij vertelt hoe we het beste kunnen zitten en ademen. Vervolgens gaan we ons concentreren op een afbeelding van de letter A in het Sanskriet, kijkend door onze half geopende ogen. Het valt me niet mee, ik krijg enorme slaap en moet voortdurend gapen. Mijn innerlijke klokje zegt dat het nu 7 uur in de ochtend is na een doorwaakte nacht… Als Nobu-san terug komt en ons wat rek- en ademoefeningen heeft laten doen, vraagt hij of we enig idee hebben hoelang we zo zaten. Ik heb geen idee: 1 kwartier? Nee, het was een half uur!
Ik praat nog wat na met de jonge Engelse, ze heet Shilly en gaat hier in Japan Engelse les geven aan kinderen via een soort uitzendbureau. Ze heeft geen idee waar ze straks aan het werk kan, ze heeft nog geen oproep gehad. In afwachting daarvan blijft ze een paar dagen in Koyasan in deze tempel met WIFI, zodat ze wel haar mail voortdurend kan checken. De meeste buitenlanders hier hebben geen eigen mobiele telefoon bij zich waarmee ze kunnen bellen, mailen en internetten. Of ze hebben een Japans mobieltje gekocht waarmee ze in ieder geval wel Japanse nummers kunnen bellen. Ik ben blij dat ik een Iphone heb met een reisbundel van € 2 per dag.

Nobu-san legt de Akijan-meditatie uit
Beschilderde schuifdeuren in grote eetzaal


Een 'pronkkamer'
Ik wil hier wat langer blijven voordat ik naar Shikoku ga, mijn jetlag en bronchitis hebben nog wat tijd nodig. Ik vraag aan Nobu-san in het kantoortje of ik nog een nacht kan bijboeken en dat kan. Ik vraag ook een voorouderceremonie aan voor mijn ouders voor de volgende morgen. Dat kost ¥ 6000 = € 48 en daarvoor doen ze dat een jaar lang elke maand 1 keer tijdens de ochtenddienst. Ik moet hun namen opschrijven, hun geboorte- en sterfdatum en mijn eigen naam.
En ik krijg mijn paarse sjaal terug, had hem nog niet eens gemist, had hem blijkbaar eerder die middag laten liggen bij de ingang. Tja, jetlag maakt me ook vergeetachtig.

Om precies 17.30 krijg ik mijn diner geserveerd op mijn kamer, veel heerlijke vegetarische hapjes in verschillende schaaltjes met warme rijst en potje ocha, groene thee. Ik begin wel pijn in mijn knieën en rug te krijgen van 't zitten op de grond. Ik maak het mezelf gemakkelijk tegen de muur op 3 zitkussens en 1 kussen in mijn rug. En morgen vraag ik of ze mijn futon en dekbed voortaan laten liggen, zodat ik overdag een dutje kan doen.
Het regent nog steeds en behoorlijk hard ook. Het klettert met veel lawaai op de pannendaken van de tempel.

Glimmende pannendaken

Schilderij van een Fūdō Myōō

Weer een heerlijk maal
Na 't eten en de ofuro ga ik weer poosje achter de PC en zet mijn foto's van vandaag in het album op Facebook. Het gaat erg traag met de WIFi hier. Het zijn eigenlijk ook veel te veel foto's, had ze eerst moeten sorteren. Volgende keer beter... Ik beantwoord ook wat mails. Ik kan nog niet afkicken van internet en het contact met Holland. Dat zal langzaamaan wel lukken vermoed ik, als ik eenmaal op Shikoku wandel. Ik heb een afspraak met Jaap om te skypen na mijn eerste dag hier. Hij past vandaag op in Hoorn en hij zal klaarzitten met Tycho en Indy. Als het hier 23 uur is, is het daar 15 uur en zijn ze net uit school. Wanneer ik eindelijk verbinding heb, is die erg slecht, hij valt af en toe weg. Ik zie en hoor ze alledrie even heel kort, dat is wel fijn. Tycho mist me en Indy roept HVJ (Hou Van Je).
Mijn eerste dag hier zit er op, ik ben moe maar tevreden. Morgen wil ik de andere tempels uit de folder bezoeken.
Ik ga om 24 uur slapen.
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
< Dag 1