< Dag 33  
Dag 34 Vrijdag 19 april Met Joost naar Ehime
Hotel Akizawa, Sukumo-shi - ¥ 4800 Suite: westerse slaapkamer met tatami zitkamer, sudomari
Tempel: 39 Enkōji 延光寺
Afstand: 23 km van Sukumo-shi via Enkōji naar Ainan-machi (met 5 km bus van Enkōji naar Sukumo-shi).
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
Om 6 uur schrik ik wakker en bedenk ineens dat mijn handdoeken nog in de droger zitten. Ze zijn nog een beetje vochtig dus die gaan ook op hangers bij het open raam. In de tatamikamer werk ik mijn dagboek bij en ontbijt met bento en aardbeien. Ik bestudeer de route. Joost vertelde dat hij gisteren de trein nam naar tempel 39. Dat lijkt me een goed idee, vanaf Hirata-eki is het maar 2 km naar Enkōji. Om half 8 klop ik aan bij Joost, hij ligt nog in bed. Ik vertel mijn plan en dat we samen richting tempel 40, Kanjizaiji, kunnen lopen, als ik terug ben. Vanaf het hotel is dat ongeveer 19 km. Dat halen we niet meer vandaag, omdat ik pas rond 13 uur hier terug ben, schat ik. Dus onderweg moeten we een slaapplaats zoeken in Ainan-machi. Wie weet bij Akebono-sō naast onsen Ipponmatsu Spa? Joost vindt het allemaal wel best en bljft nog lekker even liggen,
Ik laat mijn rugzak achter in de lobby en ga om 9 uur op weg. Het is prachtig weer en ik bewonder het uitzicht op de bergen rondom dit stadje. Gisteravond in het donker heb ik er niets van gezien, ik had geen idee hoe de omgeving er hier uitzag. Als ik even later bij het station ben, rijdt de trein net weg. De volgende trein gaat pas om 10.37. Dan toch maar lopen. Ik koop 3 onigiri bij Lawson, kom weer langs het hotel en vertel Joost dat het later wordt. We houden contact via Facebook, hij kan hier met zijn iPod op de WIFI.
En zo is het al bijna 10 uur voordat ik richting de tempel loop. Voorbij het hotel neem ik de groene route, die weer samenkomt met het henropad de stad uit. Weg 56 wil ik zoveel mogelijk vermijden. Op straat kom ik Gamada-San uit Yokohama voor de derde keer tegen. Hij is op weg naar tempel 40 en hoopt 6 mei bij tempel 88 te zijn. Hij weet nog precies waar en wanneer we elkaar de twee vorige keren ontmoetten. Hij heeft me ook ergens in de verte zien lopen in de regen in mijn knalrode poncho. Aardige man, hij spreekt goed Engels. Let Kūkai stay and go with you! Ganbatte ne! We wisselen mailadressen uit en we beloven elkaar te mailen.

Op weg naar Sukumo-eki, station


Gamada-san
De groene route loopt parallel aan 56 en is rustige straat. Waar de straat overgaat in de henroroute staat een nieuwe rusthut. Een man heeft zijn fiets er ondersteboven in gezet, hij is een lekke band aan het plakken. We praten even en ik wens hem sterkte.
Ik ben blij dat ik dit pad heb gekozen. Ik heb mooi uitzicht op de velden, de rivier Matsuda en de bergen.
Een uur later zit ik met mijn voeten in het water van een goot langs de weg. Pfff...het is me al weer veel te heet. Straks moet ik 1,2 km langs die drukke weg 56 lopen, ik haat dat echt, de herrie en de stank. Ik neem alvast een pufje, ik loop te hoesten en straks moet ik een stukje klimmen naar tempel 39.

Lekke band
Een rustige weg langs...

...en over de Matsuda-gawa
Als ik 20 minuten later doorloop, staat mijn teller op bijna 8 km. Ik doe mijn oordopjes in en zet de iPhone aan met muziek van de Dire Straits. Het stukje langs de 56 is goed te doen met de song 'Walk of Life' in mijn oren en onder het genot van een verse onigiri. Swingend loop ik door en bij een automaat koop ik koude sap. Even later ben ik bij de afslag naar de tempel. De laatste 1,3 km gaat over een mooi bospad door bamboebos. Om de paar honderd meter staan bordjes langs het pad met hoever het nog is naar de tempel en bordjes met konnichi wa, goedendag! Ik kom helemaal niemand tegen en om 12 uur ben ik boven.

Omhoog naar tempel 39

Door bamboebos

Konnichi-wa!
Enkōji is een rustige kleine tempel, met een mooi aangelegde tuin en een vijver met koi-karpers. Ik ben de enige bezoeker lijkt het wel. Moeten de bussen met henro-san nog komen hier of ze zijn net weg? Het is natuurlijk ook lunchtijd nu en de Japanners zijn mensen van de klok. Grappig, er staat hier een schildpad met een klok op zijn rug naast het beeld van Kūkai. Daar is een legende over: Een schildpad kwam met een rode klok op zijn rug naar deze tempel. De berg van deze tempel heet dan ook Akagame-zan: Rode Schildpad Berg. Na de rituelen blijf ik even zitten, doe mijn schoenen uit en eet mijn tweede onigiri. Mijn kleine teentje rechts doet pijn. Het is geen blaar, maar de huid is erg rood en dun. Pleister erop en hopen dat 't niet erger wordt nu met al dat zweten.
Om 10 voor 1 ga ik via hetzelfde pad naar beneden. Bij een bushalte heb ik gezien dat de bus naar Sukumo om 13.40 uur gaat. Die ga ik zeker halen, want binnen een kwartier sta ik weer op weg 56. Dat was een snelle afdaling. Ik heb alles bij elkaar al 13 km gelopen.

Enkōji, de Hondō

Kame met klok

Selfie met koi
De bushalte is naast een bedrijfsgebouw waar een groot beeld van Kannon Bosatsu voor staat. Het is geen lolletje om langs deze weg een half uur in de hitte en de herrie staan. Ik zet de muziek weer aan, doe mijn oordopjes in en loop naar de volgende bushalte. Ertegenover staat een altijd welkome drankenautomaat. Met een drankje ga ik in de schaduw van de bomen zitten. Mijn tenen doen pijn dus verder doorlopen is geen optie. Ik steek mijn arm op als ik een bus aan zie komen, maar tot twee keer toe zijn het touringcars vol henro-san, op weg naar tempel 40 natuurlijk. En die stoppen echt niet voor een aruki-henro. Ik begin me al zorgen te maken of ik me vergist heb in de tijden op het bord, maar mijn bus is gewoon 5 minuten te laat. Om twee uur precies sta ik weer bij de Lawson.
Joost zit op me te wachten in de lobby, die is in ieder geval goed uitgerust. Ik fris me snel op in het toilet, trek een droog T-shirt aan en verwissel mijn schoenen en sokken voor mijn slippers.
Kannon Bosatsu

De altijd welkome automaat

Joost is klaar voor de start
Joost heeft nog niet gelunchd en we halen eerst proviand bij Lawson. Hij koopt iets warms met vlees en rijst. Ik hou het bij koude inarizushi en een grote beker yoghurt. En extra water. We gaan op een bank in een parkje langs de weg eten. Ik eet alleen de yoghurt, lekker fris met die warmte. Ik heb steeds erge dorst en heb een extra fles water meegenomen.
Het eerste stuk daarna de stad uit loopt prima langs een rustige straat die al snel een mooi bospad wordt. We komen langs bijenkasten en velden met groentes onder plastic.

Uitzicht op Sukumo-shi

Loopt heerlijk op slippers!

Yōsuto-san
Na een poosje moet ik wel mijn schoenen aan doen, want het pad ligt vol bladeren en steentjes en is te glad voor slippers. Ik bel gelijk een paar nummers uit de routegids voor overnachting, na drie nummers heb ik beet en ik reserveer twee kamers bij Fudakake-yado in Ainan-machi. Ik zeg dat we wel wat later aankomen, rond half 7 waarschijnlijk en vraag of dat goed is en of we dan nog avondeten kunnen krijgen. En graag ontbijt morgen. De vrouw zegt: Daijōbu desu! Dat is goed! Joost vindt het OK, all-in voor ¥ 6500.
We komen langs een gehuchtje en gaan van het pad af omdat we mooie koeien zien staan. Er staan twee vrouwen met een klein jongetje te kijken, een van de koeien heeft een kalfje. Ze zijn allemaal om op te eten, begrijpen we.
Weer terug op het pad ontdekt Joost een knalgroen boomkikkertje tussen de bladeren. Eindelijk zie ik mijn eerste levende kikker hier, wat een geluk! Ureshii wa! Het beestje blijft doodstil zitten. We komen ook nog langs zo'n dikke blauwpaarse worm. Joost kijkt goed om zich heen en geniet net als ik van al het moois langs het pad. Hij heeft veel belangstelling voor alles wat groeit en bloeit, al een echte biologie-student! We praten over van alles, hoewel ik het meeste aan het woord ben. Nu ik weer eens met iemand oploop zit ik gelijk veel te veel op mijn 'praatstoel' en daar word ik erg moe van in mijn hoofd. Eigenlijk wil ik stoppen met praten en weer stil genieten van alles wat ik zie.



Ik eet mijn derde onigiri en als we aan de 300 m hoge klim naar de top van de Matsue-toge (met ruïnes volgens de kaart) moeten beginnen, zeg ik tegen Joost dat we maar even in ons eigen tempo moeten gaan lopen. Joost is jonger en langer, normaal loopt hij veel sneller. Hij vindt het OK en is al gauw uit mijn zicht. Ik ga er veel langzamer achteraan. Ik neem een pufje, want straks is het even flink klimmen. Eerst nog rustig zigzaggend, maar daarna is het pad steiler en ruwer, met veel rotsen en wortels. Goed opletten dus. Het valt me uiteindelijk mee, dankzij mijn pufje heb ik geen ademnood, alleen zweet ik natuurlijk enorm, mijn hoofddoek en hoed doe ik af, mijn hoofd raakt daronder oververhit. Een paar keer heb ik een mooi uitzicht op de zee en kust van Ehime tussen de bomen door. De windturbines zijn ook weer in zicht, maar het is te wazig om er een foto van te maken.

Uitzicht op de zee en de kust van Ehime
200 meter naar ?? berg. Nog vertalen...
Op de Matsuo-tōge
Als ik boven kom zit Joost op een bankje te wachten. Hij zit er net 10 minuten. Zoveel tijd scheelt het dus niet eens. Even wat drinken en water over mijn hoofd plenzen, poeh wat een hitte! Het is half 6 geweest en de zon verdwijnt achter de bergen. We gaan de Matsuo-pas over en passeren ongemerkt de grens tussen Kochi en Ehime. Er staat een houten gebouwtje en een tempeltje, waarvan we naam niet weten, het bord met kanji kan ik zo snel niet ontcijferen. Er staan ook een rusthut, maar geen ruïnes te zien hier...
We eten samen mijn zoete inarizushi op, we hebben behoefte aan suiker. Even uitblazen nog en dan snel door naar beneden. Alles ziet er prachtig uit in het licht van de ondergaande zon, vooral de bloeiende bosazalea's. Het pad naar beneden is breed en makkelijk en gaat over in een asfaltweggetje.
Avondzon op de bosazeala's

Wandelstokken voor beklimmers van de pas
Langs rijstvelden naar Ainan-machi
Het is half 7 als we het dorpje Ainan binnenlopen en het wordt schemerig en snel killer. Als we bij een automaat wat te drinken kopen en een praatje maken met een man, horen we dat het nog 4 km is naar Fudakake-yado. Joost stelt voor om okusan, onze gastvrouw, te bellen, om te vragen of ze ons met de auto wil komen ophalen. Zogezegd, zogedaan. Okusan begrijpt snel wat ik bedoel en vraagt: Doko desu ka? Waar zijn jullie? Tja, waar zijn we eigenlijk? Volgens de kaart zijn we nog voor het postkantoor en de koban, politiepost. We lopen langzaam door en ze zal ons tegemoet rijden. Na ongeveer 10 min komt ze eraan. Wat een opluchting, ik had echt niet veel verder kunnen lopen, ben bekaf.
Mitsuo-san is een lieve vrouw van 64 jaar, ze woont alleen en gaat ons helemaal vertroetelen. Ze zet de ofuro voor ons aan en we krijgen allebei een mooie kamer: ik eentje met een gewoon bed en Joost de tatamikamer met kotatsu met infrarode lamp eronder.
Na het bad zit ik met Joost lekker warm bij de kotatsu te wachten terwijl Mitsuo-san aan het koken is. Ze heeft onze was al in de machine gedaan. We gaan aan tafel gaan in de keuken en ze zit tegenover ons en maakt alles ter plekke klaar. We hoeven alleen ons schaaltje maar op te houden en ze schept op wat gaar was: zalm, grote garnaal, tofu, paddestoelen, groentes, vleesballetjes en udon. Oishii desu! Heerlijk! We zitten meer dan een uur te eten en ondertussen vertelt ze ons hoe al het eten in het Japans heet. En ze vraagt wie wij zijn en waar we vandaan komen. Mitsuo-san denkt dat we moeder en zoon zijn. Nee hoor, we zijn vrienden, hebben elkaar hier tijdens de henro voor 't eerst ontmoet. We krijgen nog een toetje: een soort pap van rijst met groentes en dan kan ik echt geen pap meer zeggen. Joost wel, die lust nog twee schaaltjes vol.
Joost vertelt over zijn avontuur in Susaki in een restaurantje: een oudere Japanner probeerde hem te versieren en bood hem steeds maar drankjes aan: shōchū met water. Na 6 drankjes had-ie het wel gehad en ging hij terug naar zijn hotel, hoewel de man nog wel aandrong om verder te gaan stappen. Mitsuo-san vraagt: Mag Yōsuto-san dan drinken? Ja hoor, in Nederland mogen jongeren vanaf 18 jaar alles. Ah, so desu ka! Hier mogen ze pas als ze 21 jaar zijn alcohol drinken.
Gele azalea in de avondschemer

Mitsuo-san bereidt de stoofpot voor
En lekker dat het is! Oishii!
De was is klaar en Mitsuo-san geeft me een droogrek om alles in mijn kamer op te hangen. Er hangt al zo'n droogrekje voor sokken met knijpers in de vorm van kikkertjes. Als ik zeg dat ik gek op kikkers ben, geeft ze me een houten knijpertje met een kikkertje erop en later nog een kaartje met een klein ureshii kaeru, gelukskikkertje erop. Ze heeft duidelijk ook iets met kikkers. In de gang hangt een foto van een kikkerbeeld met kleine kikker op de rug. Die beelden heb ik vaker gezien in tuinen en tempels en ook gefotografeerd. Dit is echt een geluksdag!
Joost en ik praten wat na met de benen onder de kotatsu. Ik drink een warm vitaminedrankje met 2 paracetamol, want mijn onderrug en voeten doen pijn. De stappenteller staat op 27 km. Tjee, klopt dat wel? Dat is dan wel mijn wandelrecord in één dag! Ik denk dat door het klimmen en dalen de stappen niet goed geteld zijn. Waarschijnlijk heb ik in werkelijkheid 23 km gelopen.
Joost mag op mijn iPhone zijn vrienden bellen, ik heb mijn 2 euro tegoed van deze dag nog niet helemaal verbruikt. Hij probeert eerst met ze te skypen, hij wil graag met ze mee vergaderen over het jeugdkamp, waar ze komende zomer aan meewerken. Maar het skypen lukt niet, we horen af en toe een half woord. Bellen lukt wel en het is fijn voor hem om ze even te spreken en te horen waar ze mee bezig zijn.
Om 23 uur gaan we slapen. Ik ben te moe om mijn dagboek te schrijven. Wel check ik mijn mail. Ik krijg al verjaardagswensen van Lens en Carel. En een mail van broer Ernst over de foto bij het graf van papa en mama. Nou ja zeg, de wonderen zijn de wereld nog niet uit... Ik antwoord kort dat ik in Japan ben en in juni terug ben.

Oyasuminasai!
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow. Click here for all pictures of this day in a slideshow.
< Dag 33  

ō