< Dag 46  
Dag 47 Donderdag 2 mei Eén grote henrofamilie
Zonnig
Minshuku Suzu in Komatsu, Saijō - ¥ 6000 tatamikamer met diner en ontbijt
Tempels: 64 Maegamiji 前神寺, 65 Sankakuji 三角寺
Afstand: 22 km + 30 km met trein van Ishizuchiyama-eki naar Iyo-Mishima-eki, bus naar Sankakuji-guchi bushalte.
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
Vroeg op, om 5 voor 6 uur roept mama Matsuki me al voor het ontbijt. Er is voor drie personen gedekt. Chiyomi-san komt even later afscheid nemen, ze heeft al eerder ontbeten. Zij loopt elke dag ongeveer 30 km. Ki wo tsukete! Mata ne. We zien elkaar wel weer. Als ik mijn rugzak aan het inpakken ben als komt Ito-San binnen en geeft me nog meer warmtepleisters voor mijn knieën. Ze bedankt me voor 't klompje.
Om half 7 ben ik klaar voor vertrek, gelijk met Emi-san. We zeggen Yoshiko-san gedag, die vertrekt later.
'Doe je schoenen aan en schiet op' zegt mama Matsuki. Ik ga heel rustig naar Maegamiji lopen, zeg ik, ik heb geen haast. En daar neem ik de trein naar Iyo-Mishima. Ze is echt een opdrijver! Maar ik laat me niet meer opjagen, dat is niet goed voor me, ik wordt er nerveus van en vergeetachtig. We maken voor de deur foto's van Emi en mij met de 2 mama's en dan zwaaien ze ons uit: Ganbatte kudasai, sayōnara! Doe je best en vaarwel!

Emi-san moet nog naar Kichijōji, ze loopt naar weg 11 en ik ga binnendoor over de rustige dorpsstraat naar tempel 64, Maegamiji. Tot straks! Ik loop nog geen 10 minuten en sta even stil om een praatje te maken met een henrosan die op weg is naar Sankakuji, als ik achter me hoor: Erii-san! En daar komt Ito-san aan op de fiets met mijn henrohesje! Helemaal vergeten. Het lag nog op bed, wit op wit valt niet op. Ik zei het toch: Als mensen me opjagen, vergeet ik dingen... Arigatō gozaimasu, Ito-san!
Ik loop rustig verder en kom langs een Mizu Daishi-dō, een klein tempeltje met een bron, gewijd aan Kūkai en steek een kaarsje en wierook aan. Een bejaarde man wijst mij vriendelijk de goede weg naar Maegamiji.
Matsuki-san en Ito-SanMet mijn twee mama's


Emi-san met Matsuki-san en Ito-San
Ik maak foto's van groepjes schoolkinderen, die al vroeg op pad zijn. Tussen 7 en 8 uur zie je ze in rijtjes langs de weg lopen. Een grote jongen met gele vlag voorop, die moet het verkeer tegenhouden als ze oversteken. Erachter loopt ook een groter kind en de kleintjes lopen er veilig tussen. Ze kijken verbaasd naar deze vreemde vrouw met wit haar. Kinderen tussen 6 en 10 jaar zijn vaak verlegen en beduusd als ze me zien. Kleine kleuters zijn nog onbevangen en zeggen iets over mijn haar of vragen hoe ik heet. Vlak voor Maegamiji passeert een jongeman in een auto me, hij stopt even en vraagt waar ik vandaan kom. Oranda. Hij geeft een kreet van verbazing en bewondering en maakt een gebaar van: Sugoi! Geweldig! Hij zwaait vrolijk en racet er vandoor. Van deze ontmoetingen op de vroege morgen word ik blij en vol goede moed.
KomatsuGezicht op Komatsu
Tempeltje met waterbron
Mizu Daishi-dō
Op weg naar school
In een rij op weg naar school
Om kwart voor 8 ben ik bij Maegamiji en ik zit even op bankje te praten met de henrosan die ik gisteren boven bij tempel 60 sprak. En wie komt er vrolijk aangewandeld? Hiroshi-san, de grote rode rugzak henro! Hij begroet me hartelijk, komt naast me zitten en we moeten nu maar eens samen op de foto! Hij loopt nog steeds samen met Kobayashi-san. Ze schieten goed op. Ze hebben in B.R. Komatsu geslapen en daar erg lekker gegeten: grote stukken vlees. Goed voor hem, hij is tengere man, maar wel erg taai. Wat een energie voor een 74-jarige. Hij geeft me een hand bij vertrek en zegt: tot de volgende keer! Ik zie ze vast weer bij Unpenji in de buurt. Hij loopt echt alles, smokkelt niets. Maar hij geeft me gelijk dat ik mijn knieën spaar.
Emi-san komt er even later ook aan. Ze heeft haar gezicht helemaal bedekt met een hoofddoek, masker en zonnebril en er bovenop de strohoed. En ze heeft zich ingesmeerd met factor 34. Ze mag of wil niet in de zon. Ik weet niet of ze nou een zonne-allergie heeft of gewoon niet wil verkleuren. Het is wel erg warm zo, zegt ze, niet echt prettig. Ze loopt vandaag tot Sekigawa-eki, meer dan 20 km.
Hiroshi-san
Hiroshi-san komt aan, Emi-san vertrekt.

Muntjes gooien naar Fudō Myōō
Hondo Maegamiji
De hondō van Maegamiji
Het is hier zo vroeg in de morgen erg mooi. Er staat een beeld van Fudō Myōō onder een kleine waterval waar een regenboog in staat. Als je een 1 yen muntje naar het beeld gooit en het blijft plakken op de rots, valt het geluk je toe! Dat is mij niet gelukt helaas... Ik geniet in mijn eentje van d sfeer bij de hondō en de Daishi-dō en doe mijn gebeden in alle rust. Daarna zit ik bij de ingang weer een poosje op de bank. Ik heb al bijna 6 km gelopen. Ik maak een praatje met iedereen. Ze vragen allemaal hoe het met me gaat en vinden het verstandig van me dat ik wat minder loop. Ik zie de twee zusje ook weer even. Het voelt alsof we een grote henrofamilie zijn nu ik zoveel bekende gezichten in zie. We wisselen naambriefjes uit en ik neem van iedereen hartelijk afscheid.
Mijn trein vanaf Ishizuchiyama-eki gaat pas om 9.36. Dus ik heb alle tijd. Ik loop om mijn gemak naar de eki en geniet op het perron van het uitzicht op de bergen en op de prachtige groene rijstvelden. Het is maar 2 haltes naar Iyo-Saijō en daar staat de trein naar Iyo-Mishima al klaar. Ik kom daar om half 11 aan.
Ishizuchiyama-eki
Ishizuchiyama-eki
Uitzicht vanaf het perron
Uitzicht vanaf het perron
De trein naar Iyo-Saijō
De trein naar Iyo-Saijō
Bus gaat om 11.23 zie ik op het schema, dus ik heb tijd genoeg om mijn rugzak te stallen bij Rondon-sō. Ik koop bij de kiosk onigiri en vistempura voor onderweg. Ik kan mijn rugzak in de lobby van Rondon-sō laten staan en ga nog even de Family Mart er tegenover in voor een extra fles water. Het wordt warm en straks moet ik een uur of meer omhoog. Ik krijg ineens enorme trek in patat met iets erbij. Dat hebben ze daar altijd liggen in een warmkast. Ik koop voor ¥ 420 een zakje frites van zoete aardappelen met 6 kipnuggets. Heerlijk een keertje snacken terwijl ik wacht op de bus. Dan zie ik op 't schema dat de bus om 11 uur ging, maar toen zat ik er al met mijn patatje. Is-ie te laat of komt-ie niet vanwege Golden Week? De taxichauffeur verderop zegt: Hai, so desu! Inderdaad. Dan maar een keer met de taxi. Voor ¥ 2000 sta ik een half uur later bij de Sankakuji-guchi bushalte.
Rustige weg omhoog naar Sankakuji
Rustige weg omhoog naar Sankakuji
Langs rijstveldenLangs rijstvelden
Uitzicht op Shikoku Chuo Uitzicht op Shikoku-Chuō en de zee
De klim naar Sankakuji is over een weg waar de auto's ook rijden, dus niet echt moellijk. Ik heb pijnstillers en pleisters mee voor alle zekerheid. Ik heb echt weer 's zin in een mooie wandeling. Alles met bus en trein wordt wel saai. Mijn stappenteller staat om kwart voor 12 uur op 9,4 km als ik begin aan de klim. Ik heb mooi uitzicht over de stad en de zee, het is een rustige weg en niet erg steil, langs rijstvelden met de bergen in de verte. Ik geniet ervan, al kom ik traag omhoog. Ik heb ademnood en neem een pufje, mijn benen voelen zwaar als lood. Gelukkig heb ik nauwelijks pijn aan mijn knieën. De pleisters van Ito-san werken goed. Maar ik ben wel 's beter een berg opgelopen met rugzak en al. Om 20 voor 1 ben ik boven. De teller staat op 11,6 km, dus het was maar 2,2 km en daar deed ik bijna een uur over. Ik ben duidelijk nog steeds 'uit vorm' en moet eerst even bijkomen op een bank in de schaduw. Het is erg warm in de zon, hoewel de wind hierboven fris is. Ik loop me soms echt af te vragen waarom ik dit ook al weer doe en of het geen gekkenwerk is. Maar ik geniet erg van de natuur en de rust op zo'n berg. En van de aankomst bij een tempel. Het is altijd weer anders, de sfeer is heel verschillend per tempel. Hier is het erg rustig, een paar mensen komen even kijken, het zijn toeristen, geen andere henrosan nog gezien hier. Op de weg naar boven kwam ik een paar henrosan tegen die op weg waren naar tempel 66, Unpenji. Of naar hun overnachting hier beneden, net als ik straks.
Ik doe mijn ronde langs de hondō en de Daishi-dō en neem daarna de tijd om alles goed te bekijken en foto's te maken. Deze tempel is omringd door bergen met eeuwenoude ceders en kersenbomen. Ik voel me al veel beter door de serene sfeer hier.

De Niōmon met bel

Een serene sfeer in Sankakuji
Om half 2 ga ik via het voetpad naar beneden. Het is een mooi bergpad en gelukkig niet te steil. Het gaat over in asfaltweggetje en komt uit langs de Matsuyama Expressway. Die vermijd ik met een omweg door een woonwijkje en zo weer terug op het henropad door Togawa Kōen, park. Om 3 uur neem ik een half uurtje pauze in een rusthut met de voeten omhoog en eet de onigiri en vistempura. Toch in totaal al 18,3 km gelopen. Het is nog ongeveer 3,5 km naar de Rondon-sō, waarvan een stukje op een parallelweggetje langs de Expressway. Ik heb geen fut meer om de groene omweg te maken door Mishima Kōen, dat is een kronkelig pad op en neer. Het valt gelukkig mee met de herrie bij de Expressway, het pad ligt lager met bomen erlangs.
Langs bamboe bosjes
Langs bamboebosjes naar beneden

Een mooi bergpad
Rusthut in Togawa Koen
Rusthut in Togawa Kōen
Om 5 uur ben ik terug in Rondon-sō, waar okusan me hartelijk welkom heet. Ze nodigt me uit in de eetkamer en geeft me osettai: Thee met snoepjes en een lekkere mochibal waar een verse aardbei in zit. Daarna nog een bakje vla met iets romigs erop. Ik kan gelijk in bad zegt ze, ik zal wel moe zijn! Ja, dat is waar, maar ik wil nog naar het station om te informeren naar een trein en eventueel een bus morgen naar de Ropeway voor tempel 66, Unpenji. Maar eerst naar mijn kamer om mijn spullen te stallen. Ze brengt me naar kamer 1, maar die stinkt erg naar rook. Als ik het raam openschuif, blijk ik aan het kruispunt te zitten, dus luchten is ook geen pretje. Ik vraag om een andere kamer en dat is geen probleem. Ik krijg kamer 10 aan de achterkant, daar is ook gerookt, maar hier kan ik het raam wijdopen zetten en wierook branden tegen de stank. Dit is een business ryokan en net als in de meeste business hotels mag er op alle kamers gerookt worden.

Business Ryokan Rondon-sō

Op het station koop ik een kaartje voor de trein naar Toyohama na veel heen en weer gepraat en gezoek door alle dames en heren van de JR kaartjesverkoop cq reisbureau. Iedereen in het kantoor bemoeit zich ermee en ze maken veel grapjes. Ik krijg er kaarten bij van het gebied rondom Unpenji. Om 6.26 uur vertrekt de trein en in Toyohama moet ik een taxi nemen naar de Ropeway, want daar gaan geen bussen heen. Wel vreemd eigenlijk. Nu nog uitzoeken hoe ik daarna naar beneden ga. Het liefst ga ik weer lopen en in de buurt van Kan-onji-eki een kamer zoeken. Zodat ik daar vandaan makkelijk naar tempel 67 kan en dezelfde dag door naar tempel 68 en 69. Het is Golden Week, dus dat zal niet makkelijk worden, alles zit volgeboekt waarschijnlijk. Bij Family Mart haal ik allemaal koud eten: Yoghurt, mandarijntjes op sap en edamame in de diepvries. Heerlijk fris, ik heb nu geen zin in warm eten.
Ik ga in bad en doe gelijk mijn wasje in de machine. Daarna praat ik wat met okusan en betaal de rekening: ¥ 4000. Morgen wil ik vroeg de deur uit. Ik maak mijn bed op met alles wat er in de kast ligt: 2 futons, 1 dekbed en 1 dikke deken, ik lijk de prinses op de erwt wel! En ik zoek alle papieren uit die ik verzameld heb onderweg, het wordt te zwaar in mijn rugzak. Ik moet weer een envelop naar Ekōin sturen. Ik post nog een update op Facebook en ga vroeg onder de wol.

Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
< Dag 46