< Dag 44  
Dag 45 Dinsdag 30 april Een beetje ingestort...
regenwolk
Shukubo/Tsuyado Taisanji in Imabari - gratis
Tempels: 57 Eifukuji 栄福寺, 58 Sen'yūji 仙遊寺 en 59 Kokubunji 国分寺
Afstand: 15 km + trein van Imabari-eki naar Iyo-Sakurai-eki, lift naar Iyo-Komatsu
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
Ik slaap best goed als insluiper, heerlijk rustig en warm, wel droom ik erg levendig over hier betrapt worden door een groep jonge monniken. En ik moet er twee keer uit voor een plas, heel zachtjes sluip ik over de gang. Naast de de WC's is de trap naar beneden en daar heb ik stemmen gehoord. Gelukkig ligt overal tapijt en er zijn geen piepende deuren. Ik durf niet door te trekken...
Ik word om 5.15 weer wakker en hoor dat het regent. Héél zachtjes sluip ik weer via de achterdeur de shukubo uit en in het tsuyadohokje verpak ik alles waterdicht en trek mijn regenpak aan.
Om 6.10 uur vertrek ik in de stromende regen. Halverwege kom ik Chiyomi-san tegen. 't Lijkt erop dat we elkaar steeds in de regen treffen. Ze is op weg naar Taisanji en heeft last van een grote blaar. Ze moet erg lachen als ik vertel over mijn insluiping en de stapels futons. Yokatta ne! Goed hoor!
Binnen een half uur ben ik op het station. Ik geniet van warme café au lait tijdens wachten op trein van 7.19 naar Iyo-Sakurai. Daar wil ik eerst naar tempel 59, Kokubunji lopen en dan naar de tempels 58 en 57, tegengesteld dus. Daarna wil ik met de trein naar Iyo-Komatsu en daar tempels 60, 61 en 62 bezoeken, als me dat nog lukt. Zou wel een record zijn! Ik kan dan eerst mijn rugzak neerzetten bij Minshuku Suzu. En ik moet nog uitzoeken waar ik morgen kan slapen. Maar eerst ga ik proberen geld te pinnen bij 't eerste de beste postkantoor dat ik zie. Dat kan na 9 uur pas.
Vanaf station Iyo-Sakurai is het maar 2 km langs een saaie weg in de regen naar Kokubunji, ik ben er om 8.15 uur. Even alle regenspullen uit, want die regencape is nogal onhandig bij aansteken van kaarsjes en wierookstokjes. Met geleende paraplu ga ik langs de hondō en de Daishi-dō. Ik geef het beeld van Kūkai een hand en vraag om genezing voor mijn zere knieën en mijn ademtekort. Ik vergeet daarna de vaas van Yakushi Nyorai aan te raken... Als je dat doet en bidt om hulp zou je van elke kwaal kunnen genezen.
In het stempelkantoortje maak ik een praatje met 2 aardige jonge monniken. Over hun keizer en hun prinselijk paar dat naar 't kroningsfeest van Lex en Max is gegaan. Ze vragen waar ik vandaag nog naartoe ga en of ik alles lopend doe. Nou, dat is wel de bedoeling, maar nu even half/half leg ik uit, vanwege mijn ashi ga itai, pijnlijke benen. Onderweg naar het postkantoor, dat nog geen kilometer verderop is, eet ik onigiri en een pindareep met warme chocomel. En ja hoor, om 9.30 uur doet mijn pinpas het eindelijk weer en ik pin ¥ 30.000. Wat een opluchting! Ik loop er gelijk wat vrolijker en lichter door. Bij de Family Mart koop ik een chocoladecroissant en warme vit C limonade om het te vieren.
Naar Kokubunji
Een saaie weg in de regen naar Kokubunji
Kokubunji
Kokubunji
Kōbō-Daishi
Kōbō Daishi en vaas van Yakushi Nyorai
Arigatou!
Arigatō gozaimasu!
Langs de Tonda-gawa vind ik een pad dat aansluit op de route naar tempel 58, Sen'yūji. Ik zie daar ineens een gorilla zitten. Ik schrik er gewoon even van. Maar het is weer 's wat anders dan Jizō Bosatsu.
Ik loop al snel steeds moeizamer. Nog 4 km naar tempel 58 en ik voel mijn knieën pijnlijk gloeien en ik heb er pas 9 km opzitten. Na tempel 57 ga ik verder met bus en trein. En nu even een pauze en een pijnstiller, want straks moet ik weer klimmen en afdalen bij de tempel. Vlak voor een kruising stopt een man in zijn auto en vraagt of ik naar Sen'yūji ga. Hai, so desu! Hij vertelt hoe ik lopen moet en dat het nog een hele klim is die berg op. Hij ziet zeker dat ik loop te sjokken, mijn energie is helemaal weg. Op mijn vraag of hij me mee wil nemen als hij die kant op gaat: Ii desu!
Dus binnen 10 minuten sta ik boven voor de trap naar Sen'yūji: Een mooie poort met 2 stoere Kongōrikishi 金剛力士 links en rechts. Eerst even zitten in hun gezelschap, mijn croissantje opeten en wat limonade drinken. Energie voor het laatste stuk naar boven. En dat is wel nodig ook, want het is een flinke klim naar de tempel, met veel trappen en een paar haarspeldbochten.

Een gorilla langs de rivier!

Kongōrikishi voor Sen'yūji
Sen'yuji
Toch nog klimmen en dalen
Halverwege heb ik voor het eerst weer een pufje nodig. Ik ben vandaag echt superslecht in vorm.
Boven is het prachtig, er hangt een serene sfeer tussen de bomen, windstil grijs weer, het is er ook heel rustig. Ik zie maar een paar andere henrosan. In de hondō, waar ook de nōkyōsho is, druk ik op een bel. Er komt niemand. Even later komt er een jongeman en die vraagt of ik wel goed gedrukt heb. Mo ichido...nog een keer. En ja hoor, nu klinkt er een harde bel en onze stempels worden gezet. We praten even wat. Hij doet de henro met de auto. Ter nagedachtenis aan zijn oma, die erg van Shikoku hield en ook de henro had gedaan. Hij komt uit Kobe en doe nu de henro voor de derde keer tijdens de Golden Week.

Sen'yūji

Yakushi Nyorai

In de hondō
Ik vraag waar hij heen gaat en of ik met hem mee kan rijden. Ik zie op tegen de steile afdaling en was daarom toch al van plan om via de autoweg te gaan. Dat is goed, hij ziet aan me dat ik moe ben en dat het huilen me nader staat dan het lachen. Hij stelt zich voor als Kentaro. Hij spreekt goed Engels, heeft in Californië gestudeerd. Ik moet nog naar tempel 57, Eifukuji en daar is Kentaro al geweest, maar hij wil me er heen brengen en daar even op me wachten.
Eifukuji is een mooie tempel met een grote kikker op een voetstuk. De naam Eifukuji betekent tempel van geluk, voorspoed en gezondheid... Zie je wel, kikkers brengen me echt geluk. Ik koop bij de nōkyōsho een mooie kaeru sleutelhanger die reflecteert, voor aan mijn rugzak. En ik koop voor ons allebei een drankje. Als ik klaar ben in Eifukuji, rijden we naar Kokubunji waar Kentaro nog moet zijn.
Daarna brengt hij me helemaal naar Iyo-Komatsu-eki. Daar is Minshuku Suzu vlakbij en van daaruit kan ik naar tempel 60 t/m 64. Wat ben ik blij met deze kuruma-osettai vandaag! Ik bedank Kentaro-san heel hartelijk en geef hem mijn naambriefje. Hij is vandaag mijn reddende engel. Ik vertel hem over mijn kleine wondertjes: verloren en weer teruggevonden gelukshangertjes. Ook mijn konijnamulet (ik ben konijn volgens de Chinese dierenriem), dat ongemerkt uit het zijvakje van mijn tas was gevallen zaterdagavond op weg naar de Youth Hostel.
Ureshii kaeru
Ureshii kaeru, gelukskikker
Eifukuji
Kentero-sanKentaro-san, mijn reddende engel
Vanaf het station dus eerst naar Minshuku Suzu. Overnachtingsadresjes zijn soms lastig te vinden in de smalle straatjes. Ik moet 2 keer de weg vragen en ondertussen voel ik me steeds slapper en duizelig worden. Als ik binnenkom word ik door een vrouw verwelkomd, ze wijst me waar ik de kongō-zue kan schoonmaken. Ik zet hem daarna in de paraplubak en ga zitten op de drempel van de genkan. Ze begint me van alles te vertellen en te vragen, maar ik versta alleen 'nimotsu' en 'rokujuban': rugzak en nr 60. Ze denkt natuurlijk dat ik mijn rugzak wil stallen en nog heen en weer naar tempel 60 ga vanmiddag. Ik zeg dat ik erg moe ben en even wil blijven zitten. Ze begint weer een heel verhaal, maar ik kan het gewoon niet meer volgen. Spreekt ze nou dialect of ben ik zo van slag dat ik niets meer begrijp van 't Japans? Ik barst in tranen uit, ze knikt begrijpend en brengt me een kopje thee met een paar mochi-snoepjes. Ik probeer iets uit te leggen over mijn situatie, maar ik ben zo overstuur dat ik alleen maar in bad en in bed wil. Ik kan alleen huilend stamelen: 'Tottemo tsukarete desu, ik ben zo moe'. Na nog wat gepraat begrijp ik dat ze het OK vindt. Ze gaat de ofuro aanzetten en brengt me naar mijn kamer. Een mooie tatamislaapkamer met een apart voorkamertje. Ik zeg dat ik eigenlijk van plan was om vanmiddag nog naar de tempels 61, 62 en 63 te gaan en morgen pas naar tempel 60, maar dat ik vandaag echt niet meer kan lopen van vermoeidheid en de pijn in mijn knieën.
Ze geeft me een pyama en ik mag mijn was in de badkamer leggen, dan doet zij die voor me. En ze geeft me pakje sandwiches met omelet. Ik blijf maar snikken en snotteren, totdat ik in bad zit en me eindelijk ontspannen kan. Het is de reactie op die 10 dagen dat ik in spanning geleefd heb omdat mijn geld opraakte. Ik heb voortdurend lopen denken en rekenen wat ik nog kon doen met mijn laatste yens en hoe ik aan meer geld kon komen.
Na het heerlijke warme bad ben ik zo slaperig, dat ik direct op mijn futon kruip. Ik slaap al half als ze nog even aanklopt, me welterusten wenst en osettai in mijn hand stopt: een briefje van 1000 yen. Wat lief!
Tokonoma
De tokonoma, alkoof, in mijn slaapkamer
Ik slaap tot 19 uur. Lang voorbij etenstijd, maar dat geeft niet, want ik heb mijn eigen eten bij me. In de eetkamer kan ik aanschuiven aan de verwarmde kotatsu. Er is een andere vrouw bijgekomen, zij is de eigenares: Matsuki-san. Mijn lieve verzorgster heet Ito-san en werkt voor haar. Ze geeft me een warmtepleister voor op mijn pijnlijke linkerknie. Wat heerlijk om weer eens zo vertroeteld te worden.
Ito-san geeft me heet water voor mijn beker instantsoba en die eet ik op met haar sandwiches. Ik krijg er ocha bij en ondertussen zoeken ze samen uit hoe laat de bus morgen gaat naar tempel 60, Yokomineji. Matsuki-san zegt dat ik een bento, lunchpakket, mee moet hebben. We praten over het kroningsfeest in Holland vandaag, ik zie op TV het nieuwsfilmpje met onze prinsesjes zwaaiend op de Dam naast de nieuwe koning en koningin. Daarna laat ik hen foto's zien van Tycho en Indy en van de Keukenhof. Ze vinden het prachtig. Ito-san zegt dat ze heel graag een keer naar Nederland wil. Matsuki-san vertelt dat ze pottenbakster was. Dat is goed te zien, want het hele huis staat vol met haar werk en ook de voortuin staat vol potten en beeldjes van klei. Als ze hoort van mijn kikkerliefde geeft ze me een heel klein zelfgemaakt kikkertje.
Om half 9 bel ik met Jaap en praat ook even met Tycho. Het is Koninginnedag en ze lopen op de vrijmarkt in Hoorn. Het is er druk en gezellig, maar Tycho vindt er niets aan met veel te veel mensen. Hij mist me nog steeds en houdt heel veel van me. 'Je moet nooit meer zo lang weg gaan hoor, oma!' Dat beloof ik...
Ik vraag Matsuki-san of ik hier nog een nacht kan blijven. Dat is goed. Ik kan op 2 mei hier vandaan 's morgens door gaan met de trein naar Iyo-Mishima voor de tocht naar tempel 65, Sankakuji.
Ito-san gaat om half 10 naar huis en Matsuki-san gaat in bad en naar bed. Ik ook, hoop dat ik weer kan slapen.
Morgenochtend om 6 uur op, 6.30 ontbijt.
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
< Dag 44