< Dag 43  
Dag 44 Maandag 29 april Verstekeling in de shukubo
Zonnig
Youth Hostel in Matsuyama - ¥ 2100 tatamikamer, sudomari
Tempels: 52 Taisanji 太山寺 53 Enmyōji 円明寺 54 Enmeiji 延命寺 55 Nankōbō 南光坊 en 56 Taisanji 泰山寺
Afstand: 27 km + bus naar Taisanji en trein van Iyo-Wake-eki naar Imabari-eki.
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
Ik sta om half 6 op. Ik drink alleen wat water, kleed me aan en pak mijn rugzak, ik wil de eerste tram van 6.20 halen. En wie kom tegen op de gang? Maria uit Honolulu! Ze heeft nota bene in de kamer naast me geslapen. We vallen elkaar spontaan in de armen. Ze heeft me teruggemaild, maar ik ben vroeg gaan slapen en heb haar mail dus niet meer gezien. Ze is gistermiddag aangekomen en heeft Ishiteji al bezocht. We praten in de huiskamer een kwartiertje bij en maken foto's van elkaar. We komen elkaar vast weer tegen. Zij neemt ook de bus of trein als de afstand tussen de tempels te lang en te druk is. Haar einddatum is 29 mei. We nemen hartelijk afscheid: Ganbatte en ki wo tsukete ne!
Onderweg naar de tram eet ik een banaan en een energiereep. Het belooft een warme, zonnige dag te worden. Bij Dōgo Onsen staan om 6 uur al veel mensen in de rij. Vandaag is het begin van de Gouden Week! Dat was ik even vergeten... 29 april is een nationale feestdag: 昭和の日 Shōwa no hi

De tram is op tijd bij Matsuyama-eki en de bus komt even later. Om 7.10 sta ik al bij de Taisanji bushalte. Het is 10 min lopen tempel 52, Taisanji volgens de gids. Hoewel: er zijn eerst 2 poorten, de 2e rechts gaat naar de nōkyōsho, daar zet ik mijn rugzak neer. Er tegenover is een weg omhoog, maar die gaat naar de okunoin, begraafplaats, de weg rechtdoor blijkt naar Taisanji te gaan. Dat ligt boven op de heuvel, een korte, pittige klim. Uiteindelijk ben ik er pas om 8 uur. Ik ga eerst op een bank zitten bijkomen en mijn dagboek over zondag afschrijven. Er komt al een groep bus-henrosan aan. Ik wacht tot ze allemaal klaar zijn en hun stempels hebben gehaald. Daarna doe ik rustig mijn rondjes. Het is een mooie tempel met 3 bijzondere schilderingen in de beltoren. Een man, die hier elke dag komt, vertelt mij er van alles over, maar de finesses ontgaan mij. Mij doen ze denken aan schilderijen van Jeroen Bosch, vol met duivels in de hel en heiligen in de hemel. Zie de diashow van deze dag.

Maria en ik


In de rij voor Dōgo Onsen
Taisanji
De niomon, hoofdpoort van Taisanji
Daishodo
De Daishi-dō
Kōbō-Daishi 弘法大師
Kōbō Daishi
Om 9 uur ga ik door naar tempel 53, Enmyōji. Ik neem de rustige weg, dat is wel een stuk om, maar ik heb de tijd. Het is behoorlijk warm inmiddels, ik loop al gauw flink te zweten en deze weg gaat ook nog omhoog. Twee kilometer verder loopt het pad dood in een veld bij een bouwval, ook de henro-bordjes houden op. Dit pad is duidelijjk niet meer in gebruik, Omkeren dus en ik vraag de weg bij een huis waar ik mensen in de tuin zie staan. De man zegt dat dat pad 'abunai', gevaarlijk, is geworden. Ik kan beter de andere route nemen. Zijn vrouw wijst me een kortere weg naar beneden door een dorpje. Daar krijg ik osettai van een man die het gras langs de weg aan het maaien is: een flesje zelf geperste mikansap en 2 mikans, erg lekker met deze warmte. En precies 1 uur later loop ik voor de 3e keer onder de eerste poort van Taisanji door. En zo ben ik weer terug bij af: bij de bushalte. En ga ik toch maar die twee kilometer langs de drukkere weg lopen.

Maar 2 km naar Enmyōji
Om half 11 kom ik aan bij Enmyōji. Een groep bus-henrosan staat er zingend te reciteren. Ze doen alles 3 keer, ook de hartsoetra. Daarna komt er een monnik met een mand over zijn hoofd die heel mooi fluit speelt. En een man behangen met veel rinkelbellen, waardoor je hem al van ver hoort aankomen, rent iedereen voorbij. Hij heeft een roodgeverfd kuifstaartje boven op zijn hoofd en is verder kaal. Hij loopt snel langs de hondō en de Daishi-dō, smijt zijn geld in de offerblokken en zijn naambriefjes in de bakken, maar gaat ook in zo'n bak staan graaien en haalt er, zo lijkt het, de gekleurde briefjes uit. Ik kan het niet goed zien wat hij nu precies uitspookt, maar het is wel een vreemde snuiter! Vervolgens rent hij in volle vaart, al rinkelend, de tempel weer uit. Links van de Daishi-dō moet een lantaarn staan met een beeldje van Maria, vermomd als Kannon. Vroeger kwamen de 'verborgen' Christenen hier bidden. Door al die afleiding hier ben ik helemaal vergeten daar te gaan kijken. Yvonne Schoutsen begint hier in het najaar haar henro. Haar moeder heette Maria en werd 53 jaar. Yvonne zal hier haar eerste kaarsje branden

Reciterende bus-henrosan

Fluitspelende monnik

In de hondō
Om 11 uur loop ik naar station Iyo-Wake, ik ben er ruim op tijd en kan mijn laatste 5000 yen biljet omwisselen bij een taxichauffeur, koffie uit de automaat halen en een treinkaartje naar Imabari kopen voor ¥ 830. De trein gaat om 11.35 uur. In de wachtkamer praat ik wat met een oudere man, die wat Engels spreekt. Hij reist met zijn oude moeder. Hij begint over James Bond en later over Edith Piaf en in de trein praat hij over Romeo en Juliette. Hij weet van alles, maar is niet helemaal goed bij zijn hoofd, misschien heeft hij een hersenbeschadiging. Ze stappen bij Awai uit.
Ik doe mijn schoenen uit en leg mijn voeten op de bank, de rit naar Imabari duurt een uur en ik ben blij dat ik even languit kan rusten. De trein rijdt voornamelijk langs de zee, er zit nog een autoweg met voetpad aan de zeekant tussen, dat is het henropad. Deze route gaat langs industrie- en havengebied. Niet bepaald een aantrekkelijk omgeving om in te lopen. Het is inmiddels bewolkt geworden en erg heiig boven de zee, het is warm en benauwd. Een goede beslissing van me om dit stuk niet te gaan lopen.

Iyo-wake-eki

Een wazige treinreis langs de kust

Voor het station van Imabari
Imabari is een leuke naam voor een stad, maar ik vind het een lelijke plaats. Het ziet er in mijn ogen allemaal rommelig en smakeloos uit, maar ik ben dan inmiddels ook in een mineurstemming. Het is benauwd warm als ik het station uitkom en ik maak me nu toch meer zorgen over mijn financiële situatie. Het pinnen zal toch weer een keer moeten lukken. Die nieuwe creditcard heb ik voorlopig nog niet...
In plaats van naar tempel 54, Enmeiji, loop ik eerst naar tempel 55, Nankōbō, dat ligt het dichtst bij het station. Via een uitgestorven hoofdstraat en paar zijstraten kom ik daar om half 1 aan. Deze tempel ligt in de woonwijk met parkeerplaats midden op het tempelterrein. Het is er een kale boel, wienig groen, wel staat hier een mooie grote niōmon, poort, met 4 schitterende poortwachters: De Vier Hemelse Koningen.
Jikoku-ten
Jikoku-ten 'Hij die het land bewaakt'
De Niomon
De Niōmon van Nankōbō
Bishamon-ten
Bishamon-ten 'Hij die alles hoort'
De rare snuiter komt er ook weer aan, hij is dus met de auto. Ook hier loopt hij luid rinkelend snel overal langs en doet een greep in de bakken met naambriefjes. Ik doe mijn rituelen en loop nog een keer het terrein rond, het is er zo kaal, maar alles ziet er wel tiptop uit.
Ik besluit hierna eerst naar tempel 56, Taisanji te gaan, dat is maar 3 km verderop en omdat ik daar in de tsuyado kan slapen, wil ik me op tijd melden. Op weg daarheen kom ik langs de K-mart en ik koop een paar onigiri, een salade en instantsoba. Ik probeer het postkantoor, maar dat is dicht op deze feestdag. Jammer. Ik zie middelbare scholieren in uniform op de fiets alsof ze gewoon naar school zijn geweest, maar het is hier ook de gewoonte om op feestdagen en in de weekends het schooluniform te dragen. Bij veel bedrijven wordt wel gewerkt. Blijkbaar is het begin van de Golden Week niet voor iedereen een vrije dag.

De rare snuiter rent er weer vandoor

Bidden bij Kōbō Daishi
Netjes maar beetje kaal hier
Ik ben om 3 uur al bij Taisanji. Ik vind hier ook niet erg aantrekkelijk: Een vlak kaal terrein, alleen wat bomen en struiken langs de randen, net als bij Nankōbō. Ik kijk wat rond en doe de rituelen, maar ik voel me niet echt geïnspireerd. Als ik mijn stempel heb gekregen, vraag ik aan de man in de nōkyōsho (terwijl zijn hondje Nana luid te blaft tegen een ander hondje die met zijn baasje aan komt lopen) naar de tsuyado en hij gaat me voor naar het toiletgebouw naast de ingang en opent een deur naast het herentoilet: een kamertje met 1 stapelbed met een paar dunne dekens, een klein tafeltje en een krukje. Klein raampje hoog in de muur en geen lamp. Ik kan nog net zeggen 'arigatō' , de man is al weer op weg naar zijn kantoortje. Ik ben te verbouwereerd om nog wat te vragen. Het stapelbed heeft tatamimatten en er liggen geen futons. Ojee, moet ik zo hard gaan slapen? Er is ook geen stopcontact. Dit is wel erg spartaans. Bij de vorige drie tsuyado had ik het beter getroffen. Nou ja, ik zal wel zien. Ik heb mijn hoofdlamp en in de WC is hopelijk wel licht 's nachts. Ik doe mijn schoenen uit en rust eerst wat. Ik doe spullen in mijn schoudertas voor wassen en verschonen. Ik vind onderweg vast wel een plek om te poedelen. Hier blijf ik in ieder geval niet zitten tot bedtijd. Deze tempel heeft niet echt geen mooi plekje om te gaan zitten mijmeren...
T 56 Taisanji
De beltoren met rechts de tsuyado
Nokyocho
Nana bij de nōkyōsho

De daishi-dō
Ik ga om 4 uur op weg naar tempel 53, Enmeiji, zonder rugzak, dat loopt een stuk lichter. Het is maar 2,5 km dus dat moet lukken voor 5 uur. Even buiten Taisanji kom ik Hiroshi-san, de henrosan met de kromme benen en grote rode rugzak, weer tegen. Hij is nog steeds in gezelschap van Kobayashi-san. Konnichi wa en genki desu ka! Hiroshi-san heeft onderweg gehoord van mijn geldprobleem. Ze praten onderling wel over deze gaijin henro blijkbaar. Zij willen vandaag tempel 57 en 58 nog halen. Ze gaan slapen in tsuyado van 58, Sen'jyūji. Dus ze hebben haast en rennen er weer vandoor. Ik loop in mijn slakkentempo, yukkuri aruki henro desu, ik ben een langzaam lopende pelgrim, langs een vervelende drukke vierbaansweg naar tempel 54. Binnendoor lukt me niet, ik kom toch weer op die weg uit. Gelukkig niet ver meer. Enmeiji ligt mooi tussen het groen, het is een kleine tempel met een winkeltje en het stempelkantoortje direct voorbij de poort. En een legende over de klok die gestolen werd en weer terug werd gebracht door de dieven, omdat hij almaar inuru inuru, naar huis, naar huis, galmde. Ook hier is het erg rustig, net als in de andere 2 tempels in Imabari. Ik kan hier mijn iPhone een poosje opladen in het winkeltje naast de nōkyōsho. Ik vraag daar of er een sento, badhuis of een onsen in de buurt is. Ja zeker, er is een onsen 5 km verderop. Maar 10 km heen en terug haal ik echt niet meer vandaag.
Naar Enmeiji
Op weg naar Enmeiji

Winkeltje voor de hondō in Enmeiji

De beltoren en de klok die terugkwam
Ik neem een pijnstiller, want allebei mijn knieën gloeien pijnlijk. Het is weer zonnig en nog steeds warm. Om 5 uur loop ik langs dezelfde drukke weg terug naar Taisanji en voor de afslag naar de tempel besluit ik toch even het Bloemenpark ernaast in te gaan. Dat ligt op een heuvel, dus ik moet weer even wat trappen klimmen, eerst langs een gebouw van de waterzuivering zo te zien en dan zie ik een mooi aangelegd park vol bloemen en bomen. Met een speeltuin waar een paar jongens veel lol hebben op hun waveboards. Bij de vijver is een hele waterpartij aangelegd met waterraderen, maar er stroomt nu geen water. Het staat helemaal droog, wel jammer met dit warme weer. Ik had even gehoopt dat je er kon zwemmen of op zijn minst pootjebaden. Maar het water in de vijver ziet er groen en smerig uit. Er wandelen hier rond 18 uur nog wel wat mensen. Ik zoek een plekje in de ondergaande zon en werk mijn dagboek bij. Tegen 19 uur ga ik me in het rolstoeltoilet van top tot teen wassen met koud water en trek schone kleren aan. Misschien lukt het slapen straks best, op dat harde bed, als ik die paar dunne dekens op elkaar leg en al mijn kleren aan hou...
Uitzicht van uit het Bloemenpark
Uitzicht op Imabari vanaf het Bloemenpark
Kikker
Een kikker maakt me altijd weer blij!
Bloemenparl
Het Bloemenpark
Ik verlaat het park via een slingerend bergpaadje waarvan ik denk dat het uitkomt in de buurt van de tempel. En jawel, het komt uit bij de jinja, de shinto-schrijn boven Taisanji! Goed uitgekiend. Via een trap naar beneden kom ik zo weer op het tempelterrein. Het is al schemerig en ik zie een auto en een paar kinderfietsjes voor het hoofdgebouw met de nōkyōsho staan. Er wonen dus wel mensen. Dan kan ik daar vragen of ze me een futon willen lenen. Ik klop op de voordeur en roep: Konbanwa en sumimasen! Goedenavond en neem me niet kwalijk!. Geen reactie. Ik loop om het gebouw heen. Nergens brandt licht en ik roep nog een paar keer: Sumimasen! Sumimasen! Achter de ramen beneden zie ik tatamikamers vol opgestapelde futons en dekbedden. Dit is duidelijk de shukubo, die niet meer in gebruik is. Geen mens te bekennen. Ik probeer wat schuifdeuren aan de voorkant, maar alles zit dicht. Ik loop nog een keer achterom en ga de trap op naar een galerij waar was hangt te drogen en roep nog een keer: Sumimasen! Niemand en ook hier alles donker. Ik probeer daar nog paar deuren en eentje gaat open! Ik doe mijn schoenen uit en ga naar binnen, loop stilletjes door alle kamers via de schuifdeuren naar voren. Alles is schoon en netjes met stapels futons, kussen en dekbedden. Het ziet er zo aanlokkelijk uit...
Jinja De Jinja boven Taisanji

De trap naar de Jinja
Shukubo
De shukubo gezien vanaf de Jinja
Ik bedenk me niet lang en ga snel terug via de achterdeur om mijn rugzak en andere spullen op te halen en ik word een insluiper. In een kamer aan de voorkant doe ik de shoji, papieren schuifdeuren, voor het raam dicht. Ben ik even blij met mijn hoofdlamp nu! Ik ga op onderzoek uit. Toiletten zijn aan het eind van de gang. Daar is ook de trap naar beneden. Alles is er donker. Met 2 futons en een dekbed maak ik een zacht bed en kan ik eindelijk rustig mijn salade en onigiri opeten. Ik pak mijn rugzak en tas gelijk weer in zodat ik morgenvroeg snel weg kan. Terwijl ik daarmee bezig ben hoor ik ineens iemand lopen beneden. En even later hoor ik het hondje Nana blaffen. Dan is het weer stil, ze zijn naar binnen. Die man woont dus wel beneden achter de nōkyōsho. Ik doe zo zachtjes mogelijk, hou mijn lamp nu uit. Ik lig nu al een uurtje lekker op de futons en schrijf mijn verslag als verstekeling in een shukubo...
Ik heb vandaag 27 km gelopen!
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
< Dag 43