< Dag 36  
Dag 37 Maandag 22 april Jarig in Stierenstad
B.H. Kikusui, Uwajima-shi - ¥ 4000 westerse slaapkamer met badkamer, sudomari
Winkelen in Uwajima, Bangai 6 Ryūkōin, Maruyama Kōen, Bull Fight Field
Afstand: 6 km
Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow / Click here for all pictures of this day in a slideshow.
Vandaag 62 jaar!
Ik heb hier goed geslapen. Om 8 uur op en ontbijt met onigiri en een reep. Voor mijn warme café au lait moet ik naar buiten, want dat zit niet in de automaat hier beneden. Ik moet een blokje rond voordat ik de goede automaat vind. Het is fris, maar heel helder met een strak blauwe lucht. Dat belooft een mooie zonnige verjaardag te worden!
Om half 9 vertrek ik, okusan zwaait me buiten voor de deur uit. Ik ga naar Hotel Clement boven het station en reserveer een kamer op 6e verdieping. Daar kan ik pas om 17.00 uur in. Ik geef mijn rugzak, hoed en stok in bewaring. Er is hier een kamertje met een computer, dus ik check eerst even mijn mail. Al een paar felicitaties, leuk! Ik bekijk gelijk mijn Vodafone rekening en mijn bankrekening, die zien er goed uit.

Ik koop een kaartje voor de trein morgenvroeg naar Muden, zodat ik 8,5 km oversla voordat ik aan de tocht van ongeveer 15 km naar de volgende 3 tempels begin. Voor het station staat een groot beeld van een stier. Ja, dat is waar ook, in mijn routegids las ik dat ze hier stierengevechten houden. Daar wil ik nog het fijne van weten. Leuk om als stier in deze stad mijn verjaardag te vieren. En opeens zie ik nu overal stieren. Dat was me gisteravond in het donker niet zo opgevallen: er staan stieren op stoeptegels en putdeksels, in winkeltjes voor het station zijn beeldjes van stieren en stierenmaskers te koop.

In het postkantoor tegenover het station vul ik een envelop met het boek over Shikoku, allerlei folders en een juzu, gebedsketting, die ik vond op het bospad naar tempel 36 en stuur alles naar Ekōin in Koyasan. In mijn koffer die daar op me wacht is plaats genoeg. Ik probeer gelijk mijn pinpassen, maar ze werken helaas nog niet.

Joost is vroeg vertrokken


Okusan zwaait me voor de deur uit


B.H. Kikusui

De stier voor het station


Hotel Clement

Hierna loop ik de overdekte winkelstraat in om te winkelen. Ik wil mezelf voor mijn verjaardag een nieuwe portemonnee geven. Die ik nu gebruik heeft hoesjes die scheuren zodat mijn pasjes er steeds uit glijden. Ik loop een paar tassenwinkels binnen en zoek tussen de portemonnees, maar ze hebben alleen van die grote dingen, niet zo handig voor mij. Ik laat mijn portemonneetje zien aan een verkoopster en vraag of ze zoiets ook verkopen, maar helaas... Japanners doen nog veel met contant geld, dus bijna iedereen gebruikt grote portefeuilles met veel ruimte voor papiergeld. Ik zal het blijven doen met mijn oude. Ik kan met plakband de hoesjes beveiligen.
Vechtende stieren op stoeptegels
De overdekte winkelstraat
Stieren overal...
Ik ga mezelf trakteren op koffie met gebak. Al eerder kwam ik langs een banketzaak en ik loop daar naar terug. Er staat een tafeltje met stoelen voor het raam, dus het zal wel goed zijn als ik mijn gebak binnen opeet. Ik zoek chocoladecake met mocca uit en vraag of ze er ook koffie bij serveren. Niet dus, maar ik kan het buiten uit een automaat halen en dat hier opdrinken. Ik moet er weer een blokje voor om lopen voordat ik een automaat vind met mijn geliefde blikje warme café au lait. Ik krijg een kartonnen bekertje voor de koffie en zo vier ik mijn verjaardag.

Koffie met gebak...

...bij de banketbakker

Ingang van de winkelgalerij
Wat zal ik verder gaan doen? Het is mooi weer en in winkelen heb ik geen zin meer. Ik besluit om naar die stierenvechters arena te gaan. Ik loop terug naar het station en vraag bij de toeristinformatie in de stationshal of ze folder in het Engels hebben over de stierengevechten. Die is er niet, maar de vrouw die me helpt haalt er een andere vrouw bij en die belt voor me naar iemand die Engels spreekt. Wat een service! En zo krijg ik over de telefoon de geschiedenis van het stierengevecht te horen. Het stamt uit de Edoperiode. Ze hielden toen al koeien voor het vlees en de stieren vochten vaak met elkaar. Daar hebben ze toen een kijkspel van gemaakt. De stieren staan als sumoworstelaars in de ring en de stier die het eerst uit de ring wordt geduwd heeft verloren. Ze worden dus niet gedood en er mag niet op gewed worden. Vijf keer per jaar is er een gevecht. De kampioensstier is heel beroemd en krijgt veel trofeeën. In juli is hier een groot stierenfestival.

Het restaurant waar Joost en ik ijs aten

Overal zijn stierenmaskers te koop

Putdeksel met vechtende stieren
Ik krijg een een kaart van Uwajima mee. Er loopt een wandelpad naar de arena, die op een heuvel staat in het Maruyama Kōen, park en boven bangai tempel 6, Ryūkōin. Het is inmiddels bloedheet en nu ga ik op mijn rustdag toch weer een klim omhoog maken! Ik loop wel via de asfaltweg en daarna nog wat trappen op naar de top, pfff...
Uitzicht op de stad vanaf de heuvel
De arena

De ring wordt opgeknapt
Maar het is de moeite waard: in de arena zijn mannen de ring aan het opknappen. Ik mag gewoon overal rondlopen en alles bekijken. Ik krijg uitleg van een man die daar in het kantoortje werkt, hij laat me van alles zien en geeft me folders mee met foto's van alle wedstrijdstieren.

Een mooi dak boven de ring

De trofee voor de winnaar
Aardige man geeft me folders en uitleg
Ik drink een koud vruchtensapje in het rustplaatsje naast de arena en ga dan terug naar beneden. Ik neem nu wel het smalle wandelpad, dat loopt via de begraafplaats op de heuvel met een mooi uitzicht over de stad en komt uit bij Ryūkōin. Deze tempel is gewijd aan Jūichimen Kannon Bosatsu.
Omlaag langs de begraafplaats

Jūichimen Kannon Bosatsu

De begraafplaats
Hier kijk ik rond en maak foto's. een mooie tempel is dit en hij ligt prachtig zo in de zon op deze heuvel. Jammer dat ik mijn kaarsjes, wierook en briefjes niet bij me heb, ik heb er helemaal niet bij stilgestaan dat ik hier ook nog een tempel kon bezoeken. Ik loop hier nu als toerist en niet als pelgrim, dat voelt anders, minder betrokken. Ik doe geen rituelen en haal geen stempel. Ryūkōin heeft 111 traptreden: 108 voor alle wereldse verleidingen plus 3 voor het verleden, het heden en de toekomst. Het is de bedoeling dat je bij het lopen op deze trap dit alles overdenkt en ermee in het reine komt. Ik kom hier vast nog een keer terug...

Jizō Bosatsu

De Hondō

Het altaar in de Hondō
Om half 4 ben ik weer in het hotel en vraag ik of ze een onsen of gemeenschappelijk ofuro hebben. Nee dus, maar de sentō, het openbaar badhuis, is paar straten verder. Dat is een goed plan en als ik daar van terugkom kan ik op mijn kamer.
De sentō is klein maar gezellig, ik praat er met de andere vrouwen, het zijn praatgrage, goedlachse vrouwen. Ik ga in alle bubbelbaden, ook in eentje met zwakstroom erdoor, dat prikt behoorlijk tegen mijn pijnlijke beenspieren en knieën! Er is ook een sauna die goed heet is en een ijskoud dompelbad. Daarna ga ik nog 15 minuten in een massagestoel en voel ik me weer kiplekker. En dat voor maar ¥ 510 met badhanddoek erbij!

Terug bij mijn hotel
Twee stieren voor het hotel
De De taxi's hebben ook een stier
Om vijf uur kan ik in mijn kamer. Er staat een felicitatiekaartje op tafel, wat attent! Ik geniet een poosje van het uitzicht en probeer of ik hier WIFI van Softbank op mijn iPhone kan installeren. Ik krijg een mail met code. Als ik die ingevoerd heb, moet ik mijn credit card gegevens invullen. Ik pak mijn portemonneetje: alles zit erin, maar geen credit card! Ik haal alles overhoop, keer mijn tas om, zoek in alle zakken, op de grond, in en onder het bed en in mijn rugzak, maar hij is echt weg! Shit! Shit! Shit!
Waar te zoeken? In die tassenwinkels! Daar heb ik laten zien hoe mijn pasjes en andere kaarten makkelijk uit mijn potemonneetje konden glijden. Ik ga gelijk terug, de winkels zijn hier na 6 uur nog open. Maar nergens iets gevonden. Mijn credit card is zwart en valt niet op als hij ergens onder is gegleden, voor hetzelfde geld ligt hij onder een van die automaten waar ik in de loop van de dag overal hier in de stad drinken heb gekocht. Geen beginnen aan om te gaan zoeken, ik weet niet eens meer in welke straten ik allemaal geweest ben. Ik loop naar de koban, politiepost, naast het station, maar daar is niemand. Er staat wel een telefoon met informatie ernaast, waar ik niets van begrijp. Ik ga terug naar het hotel en leg mijn probleem uit aan de frontdeskmedewerker. Hij loopt met me naar de koban en belt voor me met de dienstdoende agent. Inmiddels zit er een moeder met 3 kinderen te wachten en er komen nog 2 mensen binnen. Terwijl ik wacht bel ik met ING en laat mijn de credit card tijdelijk blokkeren. Evren later arriveren twee agenten en die staan iedereen te woord. De agenten zijn erg jong en heel aardig. Ik doe aangifte van verlies van mijn credit card. Ik geef een beschrijving (stom dat ik er geen foto van heb) en ze noteren mijn naam en telefoonnummer. Als ze hem vinden hoor ik dat, maar daar heb ik niet veel hoop op.

Een echte verjaardagskaart!

Uitzicht vanuit mijn kamer
Jonge agent neemt mijn aangifte op

Terug op mijn kamer eet ik de karige avondmaaltijd, die ik nog in voorraad heb: instant udon met aburage, gefrituurde soja en ocha. Ik moet nu zuinig zijn met mijn contante geld, want ik heb wel twee pinpassen, maar daar kan ik nu geen geld mee pinnen. Dus helaas geen verjaardagsdiner in een restaurant vanavond.
Ik heb nog ¥ 21.650, dat is ongeveer € 170, in mijn portemonnee.
En bedenk dat ik de rekening van ¥ 7500 voor dit hotel via internet kan betalen. Dus hup, naar beneden en ik vraag bij de frontdesk naar hun bankrekening en BIC code. Dat heeft wel wat voeten in aarde, ze hebben dat niet zo maar paraat, maar uiteindelijk krijg ik een papier met de gegevens.
Op mijn iPhone lukt een overschrijving naar een buitenlandse rekening niet, dus ik ga weer achter de PC in de lobby. Het is koud in dat hok en ik ben er bijna een uur mee bezig. Ik moet de 2 mannen van de frontdesk vragen of ze alle Japanse gegevens voor me in romaans willen opschrijven. Bij een buitenlandse overschrijving moet je van alles invullen, ook adres van het hotel en adres van hun bank. En de bankcode van het hotel. 'Nan desu ka, wat is dat?' vragen ze. Met behulp van mijn vertaalapp komen we eruit. Kortom veel heen en weer gepraat en gezoek, en dan moet ik alles weer opnieuw invullen, want mijn logintijd bij de ING is inmiddels verstreken. Hèhè, eindelijk, ik heb betaald! Mite kudasai, kijk alsjeblieft even naar de afschrijving en graag een ryōshūsho, kwitantie. Dan kan ik morgen om 6 uur zo vertrekken.
Inmiddels loop ik te rillen van de kou, het was zo ijzig geworden in het computerhokje. Ik bedank de mannen voor hun hulp en geduld en ga bijkomen in een heet bad. De geduldige frontman komt me nog een extra deken brengen, wat lief! Hij heeft echt met me te doen.

Jaap belt om me te feliciteren, hij past nu op in Hoorn, ik praat wat langer met Noëlle en maar heel even met de kinderen. Ze moeten gelijk wat anders gaan doen: Indy moet ineens plassen en Tycho moet naar tennis. Ze hebben niet eens met z'n allen voor me gezongen, realiseer ik me later. Ach, ze zijn er nu zeker aan gewend dat ik er niet ben. Missen ze me niet? Ik mis hun nu wel heel erg en ik voel me eventjes heel eenzaam en klote, het is mijn verjaardag, maar ook een pechdag, terwijl het zo fijn begon vanmorgen. Ik zet mijn wekelijkse update op Facebook om er toch een positieve draai aan te geven: een foto-album van een hele zonnige dag met alle stieren hier in Uwajima.
Dit was een leuke verjaardag met een vervelende staartje, maar ik ben er niet erg van in paniek. Ik vertrouw dat alles goed komt, Kūkai is bij me...
Om 12 uur ga ik slapen.

Klik hier voor alle foto's van deze dag in een diashow. Click here for all pictures of this day in a slideshow.
< Dag 36  

ō